Carbashing brengt werkgelegenheid in gevaar”

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am und aktualisiert am

In Oostenrijk zijn ongeveer 900 bedrijven geheel of gedeeltelijk actief in de automobiel- en toeleveringsindustrie.

In Österreich sind rund 900 Betriebe zur Gänze oder teilweise in der Auto- und Zulieferindustrie tätig.
In Oostenrijk zijn ongeveer 900 bedrijven geheel of gedeeltelijk actief in de automobiel- en toeleveringsindustrie.

Carbashing brengt werkgelegenheid in gevaar”

In 2021 onderzocht het Industrial Science Institute (IWI) in een onderzoek het effect van de auto-industrie op de arbeidsmarkt en de economische prestaties in Oostenrijk. Volgens studieauteur Herwig Schneider “zorgt elke baan in deze sector indirect voor twee extra banen.” Naast de 81.700 directe werknemers zijn er volgens het IWI-onderzoek nog eens 193.000 banen. In totaal lopen de kosten voor het gebruik van de voertuigen, de BTW en verbruiksbelasting op aanschaf, maar ook de petroleum- en motorverzekeringsbelasting en de snelwegtol voor de Belastingdienst op tot tientallen miljarden. Het vorige hoogtepunt lag in 2019 op 14,9 miljard euro. Voor 2021 waren de omzetbelasting en NoVA gedaald vanwege het gebrek aan beschikbaarheid van voertuigen, maar volgens berekeningen van de ÖAMTC werd een bedrag van 13,78 miljard euro behaald.

Uit een actueel onderzoek van de European Association of Automobile Manufacturers blijkt dat Oostenrijk in vergelijking daarmee aan de top van de EU staat: in dit land is gemiddeld 2.678 euro per voertuig per jaar verschuldigd, dat met 3.187 euro op de tweede plaats staat na België. Duitsland verzamelt daarentegen 1.963 euro per voertuig, terwijl Spanje onderaan genoegen neemt met een bescheiden 1.068 euro. “De inkomsten uit autorijden zijn bijna net zo hoog als de totale uitgaven aan onderwijs of een derde van de pensioenen”, zegt Burkhard Ernst, voorzitter van de vereniging ‘Mein Auto’. Ernst rekent voor: “Wie van de auto’s af wil, moet zich er ook van bewust zijn dat hiermee niet langer de financiering van zeer belangrijke openbare ruimtes gedekt zou worden of dat de vier miljoen Oostenrijkse huishoudens elk op een andere manier ruim 3.500 euro per jaar aan belastingen en premies zouden moeten betalen.”