De turbocompressor en de motorolie

De turbocompressor en de motorolie

De meeste turbocompressoren hebben een zogenaamd zwevend lager. In het middengedeelte van de behuizing bevinden zich de olietoevoerleidingen waardoor de kern en de lagers van de as worden gesmeerd. Het roterende deel bestaat uit een compressiebladwiel, een turbinewiel en een rotoras. Deze heeft een of twee lagerbussen die verantwoordelijk zijn voor het absorberen van het koppel en de rotatiekrachten die door het uitlaatgas worden gegenereerd. Er zijn ook axiale lagers geïnstalleerd om de askrachten te compenseren. Als de roterende oppervlakken niet volledig met smeermiddel bedekt zijn, kan schade door droge wrijving of gemengde wrijving optreden.

Optimale natte wrijving

Om de gewenste optimale natte wrijving te behouden, moet schone motorolie in voldoende hoeveelheden en onder voldoende druk de lagers bereiken. Bovendien mag de motorolie niet verontreinigd zijn en voldoen aan de kwaliteitscriteria van de fabrikant. Zelfs de kleinste onderbrekingen in de olietoevoer kunnen tot uitval van de turbocompressor leiden. De gevolgen zijn een verhoogde temperatuur en het bekende ‘golfspel’. De meest voorkomende oorzaken van onvoldoende smering zijn vervuiling van de olietoevoerleiding of de zeven, schade aan de oliecarter, een te laag oliepeil of verstopping van olieleidingen. Ook bij vermenging met brandstof of koelwater worden de smerende eigenschappen van de olie ernstig aangetast. Slecht functionerende injectoren of frequente regeneratie van het roetfilter kunnen ervoor zorgen dat brandstof zich vermengt met de smeerolie op de cilinderwanden. Maar ook vuildeeltjes die na vervanging of reparatie in de olie terechtkomen, kunnen krassen op de as of het lager veroorzaken. Een cilinderkop die mechanisch behandeld is moet daarom grondig gereinigd worden. Nadere informatie: www.turbo-tec.eu/at/