Sterke stem voor gratis reparatie
VFT-voorzitter Sascha Öllinger legt uit hoe hij actie wil ondernemen tegen de monopolie-inspanningen van de autofabrikanten.

Sterke stem voor gratis reparatie
Wat zijn momenteel de grootste uitdagingen voor de onafhankelijke onderdelenhandel in Oostenrijk?
Ik denk dat de onafhankelijke onderdelenhandel net als vele anderen actief is in de mobiliteitssector, omdat deze zich in een transformatiefase bevindt. We moeten ons voorbereiden op een groter naast elkaar bestaan van verschillende aandrijfconcepten. Tegelijkertijd ontwikkelen voertuigen zich steeds meer tot rollende, genetwerkte datacenters, ongeacht het aandrijfconcept, waardoor de onderwerpen data en digitalisering steeds belangrijker worden. De mobiliteitsmarkt van de toekomst biedt talloze kansen voor de onafhankelijke reparatiemarkt, maar brengt ook risico's met zich mee – vooral de steeds duidelijker wordende trend van autofabrikanten naar marktisolatie. Het tegengaan van deze trend is de grootste uitdaging.
Hoe kan de Vereniging van Onafhankelijke Onderdelenhandelaren haar leden ondersteunen?
De VFT werd ruim 30 jaar geleden opgericht als vereniging van onafhankelijke auto-onderdelendealers en heeft zich sindsdien geleidelijk opengesteld voor leden uit andere marktsegmenten. Tot onze leden behoren tegenwoordig ook producenten van aftermarket-voertuigonderdelen, onafhankelijke werkplaatsen en onafhankelijke IT- en dataleveranciers in de automobielsector. De typische bedrijfsgroottes variëren van lokaal opererende kleine bedrijven tot middelgrote bedrijven die nationaal of grensoverschrijdend opereren. Hieruit kunt u al zien: de onafhankelijke reparatiemarkt is zeer gefragmenteerd en zorgt voor een hoge mate van concurrentie op de markt voor voertuigreparaties. Als je de onafhankelijke reparatiesector echter vergelijkt met zijn tegenhanger, dat wil zeggen de netwerken van de goed georganiseerde, mondiaal actieve autobedrijven, blijkt de fragmentatie van de onafhankelijke reparatiesector ook een zwak punt. Hier begint de VFT haar werk. Als belangenorganisatie voor de onafhankelijke reparatiesector zetten wij ons in voor eerlijke concurrentievoorwaarden op de automotive aftermarket. Daarom hebben onze acties en acties één centraal doel: het creëren van een gelijk speelveld, dat wil zeggen gelijke startvoorwaarden, voor fabrikantennetwerken en onafhankelijke bedrijven.
Wat ik daarmee bedoel: Als ik succesvol wil zijn met mijn bedrijf, moet ik iets beter doen dan mijn concurrenten - of het nu gaat om de kwaliteit van de dienstverlening, de klantenservice of de kosten of de prijs. Effectieve concurrentie is daarom ongelooflijk belangrijk vanuit het perspectief van de consument. Concurrentie kan echter alleen werken als ik als zelfstandig bedrijf dezelfde algemene voorwaarden heb als een bedrijf dat afhankelijk is van de voertuigfabrikant. Een goed voorbeeld is de Groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen, die al ruim tien jaar van kracht is en waarvoor wij samen met onze Europese partnerverenigingen campagne hebben gevoerd voor de invoering ervan. Het is een van de essentiële hoekstenen die bedoeld zijn om eerlijke concurrentie te garanderen tussen het aanbod van autofabrikanten en dat van de onafhankelijke reparatiesector. De GVO Motorvoertuigen is voor de vele zelfstandige bedrijven met hun duizenden medewerkers net zo belangrijk als voor hun tientallen miljoenen klanten. Tegen deze achtergrond is de door de Europese Commissie aangekondigde verlenging van de BER voor motorvoertuigen met vijf jaar tot 2028 fundamenteel positief. Als VFT zetten wij ons echter in om de bijbehorende regelgeving aan te passen aan de huidige stand van de techniek (trefwoord: beschikbaarheid van data), evenals aan bepaalde ontwikkelingen op de markt die indruisen tegen het idee van de Motor Vehicle GMO (trefwoord: monopolistische onderdelen die door voertuigfabrikanten alleen via hun eigen netwerken worden verkocht). Daarnaast is het naar onze mening ook noodzakelijk om de regelgeving over de geldigheid van de fabrieksgarantie voor onderhoud en service conform de specificaties van de fabrikant aan te scherpen.
Welke doelen heeft u voor uzelf geformuleerd als voorzitter van de VFT?
Succes is belangrijk voor mij. Ik ben succesvol voor de VFT als ik samen met mijn collega’s in het bestuur, onze leden, partners en hun klanten een stem weet te geven die gehoord wordt. Een stem voor de onafhankelijke reparatiemarkt die zegt: Wij zijn belangrijke spelers op de markt en we zijn met velen. We betalen belasting met ons werk en we creëren en behouden banen. Ook gaan wij nieuwe uitdagingen niet uit de weg. Maar wat wij willen zijn eerlijke randvoorwaarden. De afgelopen vier jaar heeft Walter Birner als voorzitter een belangrijke impuls gegeven aan de onafhankelijke reparatiesector, waaronder het openstellen van de VFT voor nieuwe marktsegmenten, en heeft hij met succes veel zaken in beweging gezet waar ik nu samen met mijn collega’s op kan voortbouwen. Vanuit verenigingsperspectief wil ik samen met mijn bestuursteam – dit zijn Walter Birner, Thomas Hermanky, Klaus Hölbling, Jörg Neimcke, Georg Ringseis en Roland Zacha – en onze algemeen secretaris – Wilfried Stöckl – de VFT een nog bredere basis geven en nog meer bedrijven overtuigen van het belang van dit project. Met elke nieuwe partner en elk lid dat zich persoonlijk en inhoudelijk inzet, worden we sterker – en daarmee ook onze stem luider.
Wat is de huidige situatie met de toeleveringsketens - in welke segmenten zijn er nog steeds problemen met herschikking?
Heel anders. In veel segmenten functioneren de toeleveringsketens volkomen soepel. Maar er zijn ook individuele gebieden waar dit nog niet helemaal het geval is. Het grote voordeel van onafhankelijke onderdelenhandel en onafhankelijke werkplaatsen is altijd hun flexibiliteit en veerkracht geweest. Ook profiteren wij van de goede samenwerking met de onderdelenproducenten.
In hoeverre is de toegang tot de voor reparatie- en servicewerkzaamheden benodigde fabrikantgegevens momenteel beperkt voor onafhankelijke bedrijven?
Elektronisch geüpgraded voertuigen worden ook steeds belangrijker voor de onafhankelijke reparatiemarkt. Elke tweede auto boven de vier jaar wordt immers op de onafhankelijke reparatiemarkt onderhouden, onderhouden en gerepareerd. Dit betekent dat ongecompliceerde, snelle en solide voertuigdiagnostiek en volledige beschikbaarheid en toegang tot reparatie- en onderhoudsgegevens - evenals reserveonderdelen - steeds belangrijker worden om een bedrijf efficiënt en economisch te kunnen runnen. In de praktijk worden onafhankelijke werkplaatsen, onafhankelijke onderdelendealers, IT-dienstverleners in de automobielsector en veel onderdelenproducenten met aanzienlijke hindernissen geconfronteerd. De technische vooruitgang dient echter vaak als middel om de toegang tot technische informatie te beperken; slechts twee voorbeelden: We zien steeds vaker OEM-activeringscodes op voertuigonderdelen, die – meestal als QR-code – aan reserveonderdelen zijn bevestigd en niet worden doorgegeven aan onafhankelijke marktdeelnemers. Als deze QR-codes bijvoorbeeld niet kunnen worden gelezen door diagnoseapparaten van meerdere merken, kunnen deze onderdelen niet via deze apparaten worden geactiveerd. Dit is een poging om de installatie van reserveonderdelen uit de vrije markt moeilijker te maken of zelfs te voorkomen. Of laten we de kenmerken van een voertuig nemen. Het fabrikantnetwerk heeft eenvoudig toegang tot de installatie- en configuratiefuncties van het voertuig. Deze informatie wordt doorgaans niet beschikbaar gesteld aan onafhankelijke marktdeelnemers.
En dit waren slechts voorbeelden van statische voertuiggegevens. Bij dynamische voertuiggegevens, dat wil zeggen gegevens die in realtime worden gegenereerd door het gebruik van het voertuig, is de situatie niet anders. De enige die hier toegang toe heeft is de voertuigfabrikant. En zij kunnen geheel naar eigen inzicht beslissen of zij gegevens doorgeven, aan wie, wanneer en in welke vorm zij deze doorgeven. Op deze basis werkt concurrentie simpelweg niet.
Hoe moet in de toekomst onbeperkte datatoegang voor onafhankelijke werkplaatsen mogelijk worden gemaakt?
De gewenste Europese datawetgeving geeft hier de basisrichting aan. Het doel van de datawet is om gebruikers meer controle te geven over hun gegevens. Dit betekent dat gebruikers toegang moeten hebben tot de gegevens die zij genereren door het gebruik van producten of gerelateerde diensten. Tegelijkertijd moeten gebruikers ook de mogelijkheid hebben om deze gegevenstoegangsrechten over te dragen aan een derde partij van hun keuze. Een gebruiker in de zin van de datawet is de persoon of het bedrijf die het product bezit, leaset of huurt of een dienst gebruikt. Een significant effect: Dit zou bijvoorbeeld de basis creëren voor gebruikers om, onafhankelijk van de productfabrikant, een vrije beslissing te nemen over de selectie van (digitale) reparatie- of onderhoudsaanbieders.
Gebruikers zouden echter geen van de nieuwe rechten hebben als de toegang tot hun gegevens moeilijk zou worden gemaakt. Daarom zijn fabrikanten van producten of aanbieders van diensten verplicht de gegevens transparant en gemakkelijk toegankelijk te maken. Tegelijkertijd worden fabrikanten en aanbieders ook beperkt in het monitoren van de activiteiten van de gebruiker of derden. Het vorig jaar gepresenteerde voorstel voor een datawet is een belangrijke eerste stap voor een sterke Europese data-economie waarin de gebruiker centraal staat. Vanuit het perspectief van de vrije automarkt is één ding ook zeker: een algemene datawet alleen is niet voldoende. Momenteel hebben alleen voertuigfabrikanten bevoorrechte toegang tot gegevens vanwege het technische ontwerp van de systemen die in de voertuigen zijn geïnstalleerd. Dit geeft voertuigfabrikanten een dominante positie en een concurrentievoordeel – met de bijbehorende negatieve gevolgen: Europese consumenten en bedrijven worden verstoken van een grotere keuze aan innovatieve en betaalbare mobiliteits- en retrofittingdiensten. Daarom heeft de voertuigsector behoefte aan sectorspecifieke wetgeving. De Europese Commissie – en Oostenrijk in het bijzonder – moet nu dringend actie ondernemen.
Welke maatregelen kunnen volgens u het voortbestaan van onafhankelijke bedrijven in de toekomst garanderen?
Allemaal maatregelen die bijdragen aan eerlijke concurrentie op de automotive aftermarket. Eerlijke concurrentie betekent: gelijke startvoorwaarden voor producentennetwerken en onafhankelijke bedrijven. Er zijn al talloze belangrijke gebieden genoemd waar maatregelen nodig zijn om een gelijk speelveld te creëren.
Volgens prognoses zal het volume van de handel in reserveonderdelen de komende tien jaar krimpen. Hoeveel verwacht u?
Op onze meest recente VFT-branchebijeenkomst, die eind januari plaatsvond, hebben we samen met de deelnemers juist deze vragen onderzocht. Het managementadviesbureau Roland Berger heeft hierover in een recent onderzoek cijfers verstrekt en aan ons gepresenteerd: In principe kan worden aangenomen dat de behoefte aan “traditionele” reserveonderdelen voor batterij-elektrische voertuigen gemiddeld 30 procent lager is dan voor voertuigen met verbrandingsmotoren. De komende jaren zal daar op de aftermarket echter weinig van merkbaar zijn. Vanuit het huidige perspectief zullen verbrandingsmotoren tot eind 2040 in bedrijf zijn, maar het aandeel elektrische voertuigen zal geleidelijk toenemen. In 2040 zal de vraag naar reserveonderdelen naar verwachting met 13 tot 17 procent afnemen. Deze daling zal naar verwachting gedeeltelijk worden gecompenseerd door de behoefte aan specifieke reserveonderdelen voor batterij-elektrische voertuigen. De schatting van het Europese marktvolume in 2040 voor dergelijke onderdelen – vooral aandrijfbatterijen, elektromotoren en vermogenselektronica – bedraagt maximaal zeven miljard euro
Welke politieke randvoorwaarden zouden volgens u wenselijk zijn om de vrije onderdelenhandel in de toekomst veilig te stellen?
Wij opereren in een Europese interne markt. Daarom is het economisch beleidskader in de EU van cruciaal belang. Een van de huidige economische prioriteiten van de Europese Commissie is het wegnemen van ongelijkheden. Het doel past naar mijn mening. Wat wil ik? Dat dit doel consequenter wordt nagestreefd.
Zijn er dit jaar data voor besluiten die van invloed zijn op de toekomst van de onderdelenhandel in Oostenrijk en de EU?
Ook hier spelen de EU en haar instellingen – en vooral de Commissie – een belangrijke rol. Het duurt echter niet lang meer tot de volgende Europese verkiezingen. Dit is gepland voor het voorjaar van 2024. Wanneer de Europese Commissie haar werklast voor deze legislatuurperiode vaststelt. Als bijvoorbeeld daadwerkelijk wordt voldaan aan de sectorspecifieke datawet of de nieuwe versie van de modellenrichtlijn, zullen we beslissingen zien die niet alleen de toekomst van de onafhankelijke onderdelenhandel beïnvloeden, maar van de hele onafhankelijke reparatiesector en dus uiteindelijk ook de toekomst van voertuiggebruikers in Oostenrijk en Europa.