De slechtste januari ooit

De slechtste januari ooit

Het tekort aan halfgeleiders houdt de auto-industrie nog steeds stevig in zijn greep. En het is een wurggreep, zoals blijkt uit de huidige verkoopcijfers: in januari 2022 werden er in de EU minder nieuwe voertuigen geregistreerd dan ooit tevoren! Met 682.596 voertuigen lag het maandcijfer zes procent onder het vorige laagterecord uit januari 2021, zo maakt branchevereniging Acea nu bekend. Vergeleken met januari 2020 is er zelfs sprake van een daling van 29 procent, zo benadrukken de experts van EY in een analyse. 

In Oostenrijk stegen de nieuwe registraties echter met 10,5 procent naar 15.619 auto's. Sommige Oost-Europese markten kenden ook mooie stijgingen; deze waren vooral sterk in Slowakije en Roemenië, met stijgingen van respectievelijk 72,6 en 55,5 procent. 

Op de belangrijkste EU-markten Italië en Frankrijk werden echter bijna een vijfde minder nieuwe voertuigen geregistreerd dan in dezelfde maand vorig jaar. Een lichtpuntje was Duitsland, waar 8,5 procent meer nieuwe auto's werden geregistreerd. 

Afgezien van de zeer uiteenlopende ontwikkeling van de afzonderlijke markten is één ding bijzonder opmerkelijk: er is geen gebrek aan vraag, dus de crisis op de automarkt is geen economische crisis, maar een heel bijzondere. 

"De vraag blijft hoog en de orderboeken zijn vol vanwege de toenemende vraag van de afgelopen twee jaar. Als de fabrikanten zouden kunnen leveren, zouden er aanzienlijk meer nieuwe auto's kunnen worden verkocht", legt Axel Preiss, hoofd Advanced Manufacturing & Mobility bij EY uit: "De problemen in de toeleveringsketen, met name het tekort aan halfgeleiders, zijn enorm. We hebben feitelijk te maken met een historische crisis." Het feit dat auto’s eigenlijk ‘felbegeerd’ zijn, wordt duidelijk aangetoond door zowel de grote vraag als de stijgende prijzen voor gebruikte auto’s. 

De chipcrisis vertraagt ​​ook het verkoopmomentum op de markt voor geëlektrificeerde nieuwe auto’s: de verkoop van elektrische auto’s en plug-in hybrides steeg in januari met 32 ​​procent in de vijf grootste markten in West-Europa (Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Spanje). Ter vergelijking: de groei over het hele jaar daarvoor bedroeg 74 procent. Met een stijging van 34 procent ligt Oostenrijk marginaal boven het gemiddelde van de top 5 markten. 

Vooral het groeimomentum voor plug-in hybrides werd afgeremd: de verkoop steeg in januari in de top vijf markten slechts met elf procent, terwijl puur elektrische auto’s met 59 procent stegen. De situatie is vergelijkbaar in Oostenrijk, waar ongeveer 17 procent van de nieuwe auto's plug-ins waren, terwijl 46 procent puur elektrische auto's waren.

Bij een vergelijking van de grote autofabrikanten moest vooral Stellantis in januari opgeven. Vergeleken met het voorgaande jaar werden Peugeot-, Opel- en Citroën-auto's 15,1 procent minder vaak nieuw geregistreerd. Hyundai kon aanzienlijke winsten boeken met voertuigen van het gelijknamige merk en Kia: hier steeg het aantal nieuwe registraties met ongeveer 28,7 procent.

Overigens verwacht EY-expert Preiss geen verbetering voor de eerste helft van 2022, en ook voor de rest van het jaar voorspelt hij, in het beste geval, een aarzelende groei op een aanhoudend laag niveau. “De chipcrisis zal in 2023 waarschijnlijk nog steeds het dominante onderwerp zijn in de auto-industrie.” Naast het huidige chiptekort zijn er volgens Preiss nog andere factoren, zoals geopolitieke spanningen, hoge inflatie en de hoge brandstofprijs.