Suche
Mein Konto
Prijzen van gebruikte auto's in EU-vergelijking
Oostenrijk noteerde na België de tweede grootste stijging en bevindt zich daarmee in het hogere prijssegment. Gebruikte auto's zijn het duurst in Frankrijk en het goedkoopst in Italië.
Prijzen van gebruikte auto's in EU-vergelijking
Vergeleken met Europa stegen de prijzen van gebruikte auto’s in Oostenrijk in 2019 met 8,11 procent, het meest na België (+9,06 procent). Gemiddeld kostten gebruikte auto’s in Oostenrijk vorig jaar 18.126 euro. Daarmee staat Oostenrijk op de derde plaats in Europa en belandt het in het hogere prijssegment. De absolute leider in de prijzen van gebruikte auto's is Frankrijk, waar kopers gemiddeld 22.995 euro moeten betalen voor hun nieuwe auto, gevolgd door Duitsland met 18.377 euro. Autokopers in Italië kunnen hun gebruikte auto’s bijzonder goedkoop aanschaffen voor gemiddeld 14.446 euro. Ook de prijzen in Spanje (17.586 euro), België (16.855 euro) en Nederland (15.654 euro) zijn gematigder dan in Oostenrijk. In Duitsland bedroeg de prijsstijging in 2019 een bescheiden 2,37 procent. In Nederland stegen de prijzen van gebruikte auto’s met maar liefst 6,32 procent, vergelijkbaar met Oostenrijk, gevolgd door Frankrijk, dat al duur is met prijsstijgingen van 5,75 procent. In het ‘gebruikte autoparadijs’ van Italië moesten kopers gemiddeld 3,22 procent meer betalen voor hun voertuig.
De prijzen voor klassiekers en klassieke auto's liggen het meest uiteen in Europa
Het aanbod voor klassieke auto's tussen de 20 en 30 jaar oud bedroeg in de zeven geëvalueerde markten ruim 14.500 euro en varieerde van 5.910 euro in Nederland tot 20.504 euro in Frankrijk. Voor klassieke auto's van 30 jaar en ouder was het aanbod eveneens groot. In Italië bedroeg de gemiddelde prijs voor historische auto's 17.132 euro, terwijl deze in Frankrijk 34.503 euro bedroeg. Dit betekent dat tussen het goedkoopste en het duurste aanbod, afhankelijk van het merk en model, de prijs kan oplopen tot 17.400 euro. België komt op de tweede plaats voor klassieke auto’s met 28.146 euro. Daarna volgen Duitsland (24.330 euro), Spanje (21.024 euro), Oostenrijk (20.428 euro) en Italië (17.132 euro).