Toyota Avensis Verso D4D: Levensgevaar in de noodmodus

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am und aktualisiert am

Een mankement bracht het leven van de bestuurder van een tien jaar oude Toyota Avensis Verso D4D in gevaar. In een snelwegtunnel ging de auto in de noodmodus en naderde een zware vrachtwagen van achteren. 

Ein Defekt brachte den Fahrer eines zehn Jahre alten Toyota Avensis Verso D4D in Lebensgefahr. In einem Autobahntunnel fiel das Auto in den Notbetrieb, und von hinten näherte sich ein schwerer Lkw. 
Een mankement bracht het leven van de bestuurder van een tien jaar oude Toyota Avensis Verso D4D in gevaar. In een snelwegtunnel ging de auto in de noodmodus en naderde een zware vrachtwagen van achteren. 

Toyota Avensis Verso D4D: Levensgevaar in de noodmodus

Bij de Karinthische Packsattel werd de nachtmerrie van elke bestuurder werkelijkheid: midden in de snelwegtunnel, op een weg zonder vluchtstrook, ging plotseling het motorcontrolelampje in de cockpit van een Toyota Avensis Verso D4D branden en de snelheidsmeternaald zakte snel van 100 naar 15 km/u. Gelukkig liep het verhaal goed af, want de vrachtwagen achter het compacte busje kon op tijd remmen. Toch bleef de schrik van de Toyota-coureur nog lang in zijn botten zitten. Toen hij in de noodmodus met slakkengang de tunnel uitreed en de auto eindelijk op een vluchtstrook kon parkeren, probeerde hij opnieuw te starten. Tot zijn verbazing werkte de motor weer soepel en ging het controlelampje niet meer branden. Geen wonder dat de chauffeur toch naar een gespecialiseerde werkplaats ging, omdat hij een dergelijke situatie niet nog een keer wilde meemaken. Daar begon onze diagnostische misdaadthriller, die deze keer uit twee hoofdstukken bestaat.

Hoofdstuk 1

1. Toen het voertuig in de werkplaats werd aangesloten op een diagnoseapparaat, vertoonde het alleen een storing in de brandstofpomp (code P1229). 
2. Vervolgens raadpleegde de werkplaats de AVL DiTEST voertuighotline, waarvan de experts al relevante ervaring hadden opgedaan met de beschreven symptomen. De suggestie dat de oorzaak zou kunnen liggen in defecte zuighoogteregelkleppen (SHSV) bleek raak.
3. Na het vervangen van de SHSV heeft het probleem zich voorlopig niet meer voorgedaan.

Hoofdstuk 2

1. Na iets meer dan een jaar deden zich opnieuw problemen voor met de motorbediening: vooral bij koude temperaturen ging de auto na een paar seconden stationair draaien en uitrollen in de noodmodus, waardoor de bestuurder in het stadsverkeer menig toeter hoorde. 
2. Eerste vermoeden: Omdat het nieuwe probleem zich altijd voordeed als de gaspedaalstand op 0 stond, zou een storing van de gaspedaalsensor de oorzaak kunnen zijn. 
3. Uitlezen van het foutgeheugen bracht de volgende gegevens aan het licht: P1229-brandstofpomp en P1250-turbocompressorsysteem.
4. Een snelle controle van de stand van het gaspedaal met behulp van foutmetingen en een hermeting met behulp van een oscilloscoop leverden correcte resultaten op. De diagnosewaarden van 17% stationair en 75% vollast zijn voor dit type OK volgens het AVL DiTEST informatiesysteem.
5. De raildruk bij stationair draaien werd gecontroleerd met een oscilloscoop. Conclusie: Bij het starten liep de raildruk zeer steil en snel op en bleef bij stationair draaien ruim een ​​derde boven de streefwaarde.
6. Omdat de ECU via de SHSV ingrijpt in de raildrukregeling, werd nu de regeling van de SHSV vergeleken met de referentiecurve in de oscilloscoop. Conclusie: De SHSV werden niet geactiveerd tijdens stationair draaien omdat de raildruk al te hoog was. Activering vond alleen plaats tijdens het startproces en bij verhoogde snelheid.
7. De oorzaak was nu duidelijk: de SHSV-zuighoogteregelkleppen moesten gesloten zijn als ze spanningsvrij waren. Omdat de raildruk echter niet afnam toen de SHSV niet werd geactiveerd, stelde de regeleenheid een fout in en ging het voertuig in de noodmodus.
8. De zaak werd uiteindelijk opgelost met een nieuwe uitwisseling tussen de SHSV.

AVL DiTEST-experttip

De praktijk heeft uitgewezen dat de zuigslagregelkleppen ondanks een perfecte elektrische werking door mechanische defecten of vervuiling kunnen uitvallen. Defecte kleppen kunnen leiden tot startproblemen, onregelmatig lopen van de motor of een gebrek aan vermogen. Daarnaast is er vaak sprake van een ongebruikelijke raildrukcurve, zoals een fluctuerende raildruk bij het rijden met constante snelheid. In deze gevallen moeten de kleppen ondanks een foutloze elektrische werking worden vervangen.