Remvloeistof meten: wat er echt toe doet

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am und aktualisiert am

Het meten van de remvloeistof is al lange tijd verplicht als onderdeel van de §57a-test. Niet alleen eventuele defecten, maar ook de benodigde testapparatuur worden nauwkeurig gedefinieerd in de defectcatalogus.

Die Messung der Bremsflüssigkeit ist im Rahmen der §57a-Überprüfung längst obligatorisch. Nicht nur etwaige Mängel, sondern auch die erforderlichen Testgeräte werden im Mängelkatalog genau definiert.
Het meten van de remvloeistof is al lange tijd verplicht als onderdeel van de §57a-test. Niet alleen eventuele defecten, maar ook de benodigde testapparatuur worden nauwkeurig gedefinieerd in de defectcatalogus.

Remvloeistof meten: wat er echt toe doet

Al jaren zijn er discussies over hoe de staat van de remvloeistof gecontroleerd moet worden bij terugkerende keuringen conform artikel 57a van de Motorvoertuigenwet. Het spectrum reikte van louter visuele inspectie tot exacte metingen met behulp van speciale meetapparatuur. Vervolgens werd afgesproken dat voor voertuigen met een maximaal toegestaan ​​totaalgewicht tot 3,5 ton een meetapparaat slechts ‘optioneel’ hoefde te worden gebruikt, en dus niet in alle gevallen verplicht was. Uiteindelijk kwamen we tot de regel die vandaag de dag nog steeds geldt:

“Het kookpunt en/of (eventueel) het watergehalte van de remvloeistof moet met een geschikt apparaat worden gemeten.” Dit is de exacte bewoording in de momenteel geldige defectencatalogus. Het standaard naslagwerk voor alle workshops is overigens rond de jaarwisseling 2020/2021 ingevoerd Update. De Catalogus van gebreken vormt met zijn testinstructies en het bijbehorende commentaar de basis voor het uitvoeren van terugkerende voertuigkeuringen in de praktijk.

Beoordeling van gebreken

Terug naar de remvloeistof: Hier gelden momenteel de volgende defectbeoordelingen:

  • Bremsflüssigkeit offensichtlich verschmutzt oder unbrauchbar: schwerer Mangel
  • Siedepunkt niedriger als 180 Grad Celsius (°C) / Wassergehalt größer als 1,5 Prozent: leichter Mangel
  • Siedepunkt niedriger als 150 °C / Wassergehalt größer als 2 Prozent: schwerer Mangel
  • Ist die Bremsflüssigkeit unbrauchbar: Gefahr in Verzug

Gevaar dreigt

Het laatste punt wordt verduidelijkt: er bestaat gevaar voor dreigende vertraging als in plaats van de remvloeistof bijvoorbeeld zuiver water of “andere ongeschikte vloeistoffen” worden bijgevuld. Hetzelfde geldt voor sterke schuimvorming of sterke afzettingen in het voorraadvat. Als er geen conventionele remvloeistof wordt gebruikt, moet bij de beoordeling rekening worden gehouden met de informatie van de fabrikant.

Wijzig intervallen

Ook bij de verversingsintervallen moet rekening worden gehouden met de informatie van de fabrikant, inclusief de classificatie van de remvloeistof. Een andere opmerking luidt: “Als er door de fabrikant geen conventionele remvloeistof (DOT 3, DOT 4 of DOT 5.1) is gespecificeerd, worden de volgende standaardteksten aanbevolen voor het opmerkingenveld in het beoordelingsprogramma:

  • Mechanisch betätigte Bremse, keine Bremsflüssigkeit vorhanden
  • LHM Hydraulikflüssigkeit, kein Siedepunkt oder Wasseranteil messbar
  • Silikonflüssigkeit (DOT 5), kein Siedepunkt oder Wasseranteil messbar

Geschikte apparaten

Hoe dan ook is een visuele inspectie van het kookpunt of het watergehalte alleen tegenwoordig niet voldoende. Zoals gezegd werd bepaald dat als testapparaat een apparaat voor het meten van het kookpunt of het watergehalte van de remvloeistof beschikbaar moest zijn. En dit moet dan bij iedere terugkerende beoordeling gebruikt worden. Maar wat is een geschikt apparaat voor het meten van remvloeistof? In bijlage 2a van de verordening betreffende het test- en beoordelingscentrum worden deze apparaten als volgt gespecificeerd en gedefinieerd:

Remvloeistoftestapparatuur voor het controleren van het watergehalte is toegestaan, op voorwaarde dat aan de volgende eisen wordt voldaan:

  • es muss mindestens ein Wassergehalt von 1,0 bis 2,5 Prozent angezeigt werden können
  • der gemessene Wert muss höchstens in 0,5 Prozent Sprüngen angegeben werden
  • das Gerät muss kalibrierfähig sein; Geräte mit analoger Anzeige sind nur mit einer Nullpunkteinstellung zulässig

Remvloeistoftestapparatuur voor het meten van het kookpunt is toegestaan, mits aan de volgende eisen wordt voldaan:

  • es ist mindestens ein Anzeigebereich von 120 °C bis 210 °C notwendig
  • der gemessene Wert muss höchstens in Sprüngen von 30 Grad angegeben werden
  • enthält die Skalierung niedrigere als 30-Grad-Sprünge, so kann der Anzeigebereich auch bei mehr als 120 °C beginnen, sofern jedenfalls mindestens ein Sprung unter der Grenze von 150 °C ausgewiesen wird
  • das Gerät muss kalibrierfähig sein; Geräte mit analoger Anzeige sind nur mit einer Nullpunkteinstellung zulässig

Natuurlijk zijn er nog steeds discussies over het onderwerp remmen en vloeistoffen. Het grootste probleem is dat het voor een perfect meetresultaat belangrijk is waar het vloeistofmonster in het remsysteem wordt genomen. In de regel is alleen de opslagcontainer beschikbaar, omdat het nemen van monsters op andere locaties te tijdrovend zou zijn als onderdeel van een terugkerende beoordeling. Het nemen van een monster uit het reservoir is echter niet altijd zinvol met betrekking tot de werkelijke toestand van de remvloeistof in het gehele systeem, aangezien de gemeten waarde een stuk slechter kan zijn dan in het reservoir, vooral in de buurt van de wielremcilinders, vanwege mogelijke diffusie van water (genomen via remleidingen). Niettemin is er in het kader van de Verkeers- en operationele veiligheid Het uitgangspunt: elk meetresultaat is beter dan helemaal geen.