WKO en VVO: Samen door de crisis

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am und aktualisiert am

Verzekeringsmaatschappijen en werkplaatsen streven naar een evenwicht tussen de belangen. Een interview met Manfred Kubik (WKO) en Alexander Bayer (VVO).

Versicherungen und Werkstätten suchen den Interessensausgleich. Ein Interview mit Manfred Kubik (WKO) und Alexander Bayer (VVO).
Verzekeringsmaatschappijen en werkplaatsen streven naar een evenwicht tussen de belangen. Een interview met Manfred Kubik (WKO) en Alexander Bayer (VVO).

WKO en VVO: Samen door de crisis

AUTOMOBIELINDUSTRIE: Meneer Kubik, u bent plaatsvervanger van de Federal Guild Master in de Federal Vehicle Technology Guild. Waardoor worden de carrosserie- en lakwerkplaatsen die u vertegenwoordigt momenteel het meest geplaagd?

MANFRED KUBIK: Nu de Corona-deuk eindelijk is gladgestreken, kampen we nu met de stijging van de energiekosten, knelpunten in de levering van reserveonderdelen, hogere prijzen voor verfmaterialen en een schrijnend tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Sommige bedrijven moeten bestellingen zelfs weigeren omdat ze niemand hebben die ze kan verwerken. Tegelijkertijd moeten niet-merkbedrijven zwaar investeren in nieuwe tools om de snelle vooruitgang in de voertuigtechnologie bij te houden.

MOTORINDUSTRIE: Meneer Bayer, u leidt het technische bureau van de Vereniging van Oostenrijkse Verzekeringsmaatschappijen VVO. Vindt u het gerechtvaardigd dat de lak- en carrosseriebedrijven hun uurtarieven verhogen, gezien de door de heer Kubik beschreven omstandigheden?

ALEXANDER BAYER: Wij begrijpen uiteraard de huidige situatie van reparatiebedrijven als gevolg van mondiale economische problemen en stijgende energiekosten. We houden de stijgingen van de uurtarieven echter nauwlettend in de gaten en voeren harde onderhandelingen met vertegenwoordigers van de handel. Het doel is altijd een compromis in het belang van de klant. Sinds de jaren zeventig hanteren wij in Oostenrijk een bijzonder klantvriendelijke aanpak door de klant de vrijheid te geven een werkplaats te kiezen en de reparatiewerkzaamheden rechtstreeks aan de werkplaats te factureren.

KUBIK: De standpunten zijn duidelijk: de werkplaats wil altijd het maximale eruit halen, de klant en de verzekeringsmaatschappij willen zo min mogelijk betalen. De Oostenrijkse manier betekent met elkaar praten en een oplossing vinden. Het feit dat we slechts zeer zelden claims bij de rechtbank aanhangig hebben, laat zien dat dit meestal succesvol is.

BAYER: Ik zal het nog eens hebben over de soms exorbitant stijgende uurtarieven. Door de stijgende kosten van levensonderhoud besparen Oostenrijkers uiteraard ook op mobiliteit. Het zou niemand helpen als we de premies zodanig zouden moeten verhogen dat niemand meer een omniumverzekering kan betalen, wij het risico niet meer kunnen afdekken en de klant dit risico zelf moet dragen. Als werkplaatseigenaar moet ik mij daarom altijd de volgende vragen stellen: Is het berekende uurtarief ook redelijk voor een particuliere klant en ken ik mijn kostenuurtarief om mijn verkoopuurtarief te berekenen? En wat gebeurt er nadat de crises hopelijk overwonnen zijn: ga ik dan de uurtarieven weer verlagen?

KUBIK: Aan de andere kant is het niet te verwachten dat de verzekeringspremies lager zullen worden als de factuurtarieven dalen. De werkplaatsen die gespecialiseerd zijn in wagenparken voelen de daling van de omzet als gevolg van thuiskantoren en videoconferenties meer dan de werkplaatsen die voornamelijk particuliere klanten hebben. Helaas hebben wij geen invloed op de stijgende kosten van reserveonderdelen en verfmaterialen, dus zijn wij slechts de brengers van het slechte nieuws. Onder deze uitdagende omstandigheden moeten de commerciële vaardigheden van de werkplaatseigenaar zich bewijzen.

BAYER: Met het oog op de stijgende prijzen voor reserveonderdelen zouden werkplaatsen bijvoorbeeld hun aanbod kunnen uitbreiden naar reparaties in plaats van vervangingen. Met het oog op de klimaat- en grondstoffencrisis zou het bovendien een goed idee zijn om de reparatie-economie te bevorderen. Uiteindelijk moet het gaan om het tevredenstellen van de klant. Het zou fataal zijn voor zowel het bedrijfsleven als de verzekeringssector als het totale verliespercentage zou toenemen als gevolg van buitensporige uurtarieven. Denk ook na over wat het betekent om geen reparaties uit de omniumverzekering in uw bedrijf te hebben. Wat betekent dit voor de bezettingsgraad van het bedrijf en haar medewerkers en kunnen er nog banen worden veiliggesteld?

KUBIK: Ik ben het absoluut eens met een toename van de reparatieactiviteiten, vooral gezien het feit dat bepaalde reserveonderdelen simpelweg niet beschikbaar zijn. Bumpervoorbeeld: Er zijn al 25 jaar reparatiesystemen op de markt. Tot mijn verbazing wordt dit echter slechts zelden door de verzekeringsmaatschappijen opgelegd.

BAYER: In mijn verleden heb ik meerdere werkplaatsen van verschillende omvang kunnen leiden en daardoor ken ik zowel de positie van de commerciële sector als die van de verzekeringsmaatschappij heel goed. Ik was altijd blij als een verzekeringsmaatschappij achter een klus stond, wetende dat ik een betrouwbare betaler had achter een goede reparatie. Naar mijn mening is het allerbelangrijkste het handhaven van een constructieve dialoog, zodat de algehele structuur van een goed functionerende schaderegeling in Oostenrijk niet in gevaar komt. Het gemeenschappelijk belang van de sector en verzekeraars moet ertoe leiden dat verzekeringen betaalbaar moeten blijven.