Verbrandingsmotoruitgang met een achterdeur
De EU-Raad heeft nu ook besloten om klassieke verbrandingsmotoren vanaf 2035 uit te faseren. EFuels moeten echter wel toegestaan blijven.

Verbrandingsmotoruitgang met een achterdeur
De ministers van Milieu van de EU hebben lang gevochten totdat ze deze week woensdag om 03.00 uur een verrassend compromis vonden: nieuwe auto's met verbrandingsmotoren zouden vanaf 2035 in de EU verboden moeten worden, maar rijden op synthetische brandstoffen blijft toegestaan.
Hiermee werd gehoor gegeven aan een vraag van de Duitse FDP. De partij en haar minister van Financiën Christian Lindner hadden erop aangedrongen dat verbrandingsauto's die op eFuels rijden ook na 2035 geregistreerd zouden kunnen worden. Aan de ene kant zijn deze synthetische brandstoffen een manier om traditionele verbrandingsmotoren van brandstof te blijven voorzien, maar aan de andere kant zijn ze volgens experts duur in productie en ineffectief.
Het Europees Parlement heeft begin juni een voorstel ingediend en ingestemd met een volledig verbod op nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren vanaf 2035. Achtergrond: Ongeveer 20 procent van de CO2-uitstoot in de EU2-Emissies komen voort uit het wegverkeer. Vanaf 2035 zullen de zogenaamde vlootlimieten voor auto’s naar verwachting tot nul dalen. Deze limieten vertellen autofabrikanten hoeveel CO2 de voertuigen die zij produceren mogen tijdens het gebruik emissies uitstoten. Tegen 2030 zal de uitstoot van broeikasgassen die schadelijk zijn voor het klimaat naar verwachting met 55 procent zijn gedaald ten opzichte van 1990. De Unie moet in 2050 klimaatneutraal zijn.
De reacties op het compromis waarover nu op het niveau van de ministers van Milieu is onderhandeld, waren gevarieerd. Talrijke experts en commentatoren waren kritisch, noemden het compromis ontmoedigd en riepen in plaats daarvan op tot een duidelijk verbod op verbrandingsmotoren als een duidelijk signaal. De Verbrander is een model dat niet meer bestaat – zelfs de FDP zal er niets aan veranderen, luidt de teneur. En zelfs de auto-industrie heeft dit nu geaccepteerd en begrepen. Dus waarom dit luie compromis? Er wordt herhaaldelijk op gewezen dat e-brandstoffen inefficiënt zijn.
‘Autopaus’ Ferdinand Dudenhöffer, hoofd van het Center Automotive Research (CAR), is van mening dat openheid voor technologie de vooruitgang in dit geval zou vertragen. “Het argument komt van het eeuwige gisteren en de oliemaatschappijen om verandering tegen te houden”, vertelt hij aan ntv.de. Synthetische brandstoffen zijn veel te duur voor auto’s en hun energiebalans is “verschrikkelijk” vergeleken met elektrische auto’s. Geen enkele belangrijke autofabrikant zou nog zo aan de verbrandingsmotor werken als de professor.
Maar er zijn ook tegengestelde stemmen die juist deze openheid voor technologie verwelkomen. Frank Schwope, autoanalist bij Nord-LB, denkt dat dit over het algemeen een goede zaak is, omdat je, zoals hij tegen de Duitse media zei, nooit weet in welke richting iets zich zal ontwikkelen. Hij zegt echter ook dat synthetische brandstoffen niet verder zullen gaan dan een nichebestaan. Omdat ze ‘verdomd duur’ zijn en zelfs over tien jaar niet meer kunnen concurreren met de elektriciteitsprijzen.
In de aanloop naar de EU-Raad uitte ARBÖ-secretaris-generaal Gerald Kumnig zijn zorgen over een strikt verbod op verbrandingsmotoren, zoals besloten door het EU-Parlement: “Elektrische auto’s zullen in de toekomst een belangrijke bouwsteen zijn in de klimaatneutrale mobiliteitsmix. Maar iedereen die klimaat- en milieubescherming echt serieus neemt, moet ook rekening houden met de meer dan 5 miljoen diesel- en benzinevoertuigen die momenteel op de Oostenrijkse wegen rijden. Het gebruik van “klimaatneutrale brandstoffen zou het mogelijk maken om de verplichte klimaatdoelstellingen te bereiken”, aldus Kumnig in een persbericht. Het besluit van het Europees Parlement is een verdere stap verwijderd van de individuele mobiliteit die vandaag mogelijk is.
Voor de ARBÖ is het daarom de verkeerde aanpak om uitsluitend op elektrische aandrijvingen te vertrouwen. "Zelfs als alle nieuwe registraties in Oostenrijk voortaan uitsluitend elektrische auto's zouden zijn, met zo'n 250.000 verkopen per jaar, zou het nog ruim twintig jaar duren voordat het gemotoriseerde individuele vervoer emissievrij zou zijn. Maar alleen als elke nieuwe verkoop tegelijkertijd een 'oud' verbrandingsvoertuig vervangt. Deze tijd heeft de wetgever echter niet en daarom valt te vrezen dat er grotere bezuinigingen zullen plaatsvinden en dat er vroeg of laat helemaal geen verbrandingsmotoren meer mogen worden gebruikt", zegt Gerald Kumnig vervolgt.
Een streng verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035 zou het mislukken van de klimaatdoelstellingen betekenen. Openheid voor technologie is de enige haalbare weg. De ARBÖ hoopt daarom dat de EU-Raad een verstandig besluit zal nemen voor de bescherming van mens en milieu. Alleen technologische openheid en het gezamenlijke gebruik van elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen en synthetische brandstoffen kunnen de mobiliteit van mensen garanderen en het milieu schoner maken. Nu is voorlopig in ieder geval een klein deel van deze vraag ingevuld.
Uiteraard is het laatste woord nog niet gesproken: er moet immers nog over een definitief compromis worden onderhandeld met het EU-Parlement.