Rekenkamer: Emissies auto te hoog

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am und aktualisiert am

Uit een rapport van de Europese Rekenkamer blijkt: de uitstoot van auto’s is al twaalf jaar niet afgenomen.

Ein Bericht des Europäischen Rechnungshofs zeigt: Die Pkw-Emissionen sind seit 12 Jahren nicht zurückgegangen.
Uit een rapport van de Europese Rekenkamer blijkt: de uitstoot van auto’s is al twaalf jaar niet afgenomen.

Rekenkamer: Emissies auto te hoog

De EU-doelstellingen voor de vermindering van de CO2-uitstoot voor nieuwe auto's kunnen niet worden verwezenlijkt zolang belangrijke voorwaarden ontbreken. Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerd rapport van de Europese Rekenkamer. Ondanks ambitieuze doelstellingen en strenge eisen stoten de meeste auto's op de Europese wegen nog steeds evenveel CO2 uit als twaalf jaar geleden. Elektrische auto’s zouden de EU kunnen helpen op weg naar een emissievrij wagenpark, maar de inspanningen om dit te bereiken zouden een versnelling hoger moeten schakelen, zeggen de controleurs.

Sinds 2010 stelt de CO2-verordening voor personenauto’s een EU-brede doelstelling vast voor de gemiddelde CO2-uitstoot van alle nieuw geregistreerde voertuigen. Bovendien moet elke fabrikant de CO2-uitstoot van de voertuigen aantonen in zogenaamde conformiteitscertificaten en een heffing betalen als deze bepaalde emissiedoelstellingen overschrijden. De eisen zijn in de loop van de tijd strenger geworden: tegen 2035 mogen er helemaal geen emissies meer worden uitgestoten. “De groene revolutie van de EU kan alleen plaatsvinden als er aanzienlijk minder vervuilende voertuigen in omloop zijn”, aldus Pietro Russo, verantwoordelijk voor controle bij de Rekenkamer. Zijn conclusie: “De CO2-uitstoot van voertuigen zal pas echt afnemen als de verbrandingsmotor zijn dominante positie verliest. De elektrificatie van het Europese wagenpark is echter zeer complex.” In de jaren 2010 gebruikten autofabrikanten mazen in de testnormen om bij laboratoriumtests lagere emissies te bereiken. Het verschil met de daadwerkelijke uitstoot tijdens het praktijkrijden was enorm. Daarom is er een nieuwe laboratoriumtestcyclus geïntroduceerd die de werkelijke rijomstandigheden weerspiegelt. Hierdoor werd het verschil tussen de emissies gemeten in het laboratorium en de emissies veroorzaakt door praktisch rijden effectief verminderd, maar niet geëlimineerd.

De feitelijke uitstoot van conventionele auto's – die nog steeds goed zijn voor bijna driekwart van de nieuwe registraties – is volgens de controleurs niet afgenomen. De afgelopen tien jaar zijn de emissies van dieselvoertuigen constant gebleven, terwijl de emissies van benzinevoertuigen licht zijn afgenomen (-4,6%). Technische vooruitgang heeft de motoren efficiënter gemaakt. Dit wordt echter gecompenseerd door een groter voertuiggewicht (gemiddeld ongeveer +10%) en een hoger motorvermogen (gemiddeld ongeveer +25%). Hetzelfde geldt voor hybride voertuigen. In de praktijk veroorzaakten ze aanzienlijk hogere emissies dan die gemeten in het laboratorium. Om de feitelijke situatie beter weer te geven zou het evenredige gebruik van elektrische en verbrandingsmotoren preciezer moeten worden geregistreerd, maar pas vanaf 2025. Tot die tijd zouden plug-in hybrides behandeld blijven als voertuigen met een lage uitstoot – in het voordeel van de autofabrikanten. Hierdoor kunnen fabrikanten een aantal bepalingen van de CO2-regelgeving blijven toepassen, waardoor ze alleen al in 2020 bijna 13 miljard euro aan belastingen hebben bespaard vanwege de overmatige uitstoot.

Volgens de EU-controleurs is de daling van de gemiddelde CO2-uitstoot tijdens het praktijkrijden de afgelopen jaren volledig te danken aan elektrische auto's (in 2018 was slechts één op de honderd nieuw geregistreerde voertuigen een elektrische auto, in 2022 bijna één op de zeven). Maar er zijn nog steeds talloze hindernissen, aangezien de EU aanzienlijke problemen heeft om elektrische auto's te helpen een doorbraak te bereiken. Het eerste obstakel is de toegang tot grondstoffen om voldoende batterijen te produceren, zoals benadrukt in een onlangs gepubliceerd rapport van de Rekenkamer. De EU-controleurs hadden er eerder op gewezen dat de beschikbare laadinfrastructuur ontoereikend was: 70% van alle laadstations voor autoaccu's in de EU waren geconcentreerd in slechts drie landen: Nederland, Frankrijk en Duitsland. Uiteindelijk is de prijs cruciaal: de hogere aanschafkosten van elektrische auto’s kunnen consumenten ertoe aanzetten langer met hun oude, milieubelastende auto’s te rijden.

De EU is er de afgelopen dertig jaar in geslaagd de uitstoot van broeikasgassen op veel gebieden terug te dringen. De CO2-uitstoot veroorzaakt door het verkeer blijft echter toenemen. In 2021 was het verantwoordelijk voor 23% van alle broeikasgasemissies in de EU. Ruim de helft van deze uitstoot werd veroorzaakt door auto’s. De Verordening inzake CO2-emissienormen voor nieuwe auto's is de belangrijkste rechtshandeling van de EU voor het terugdringen van de CO2-uitstoot van nieuwe auto's. Deze is van kracht sinds 2009 en is in 2019 aanzienlijk gewijzigd. Voor de doeleinden van de verordening wordt de CO2-uitstoot van individuele voertuigen gemeten onder gestandaardiseerde omstandigheden in een laboratorium en niet op de weg. Het Speciaal verslag nr. 01/2024 “Het terugdringen van de CO2-emissies van auto’s: de maatregelen winnen eindelijk aan momentum, maar er liggen nog uitdagingen in het verschiet” is beschikbaar op de website van de Europese Rekenkamer.