Motorfabrikant: inzet voor klimaatbescherming

Motorfabrikant: inzet voor klimaatbescherming

De auto-industrie wil niet langer de boeman van klimaatbeschermers zijn, benadrukte Bernhard Geringer, hoofd van het Instituut voor Aandrijflijnen en Voertuigtechnologie aan de Technische Universiteit van Wenen, in zijn openingstoespraak op het Vienna Motor Symposium. Het volgeboekte evenement met meer dan 1.000 deelnemers van over de hele wereld vond plaats van 26 tot 28 april 2023 in de Weense Hofburg. In zijn presentatie liet Thomas Schmall, Chief Technology Officer bij Volkswagen AG, zien dat Europa een enorme inhaalslag moet maken als het gaat om batterijen, het belangrijkste en duurste onderdeel van elektrische voertuigen. Tegenwoordig is ruim 95 procent daarvan afkomstig van Aziatische fabrikanten, die ook toegang hebben gekregen tot de belangrijkste grondstoffen zoals lithium, nikkel en kobalt. In Europa “moeten we oppassen dat we onze achterstand inhalen”, aldus Schmall. Geen gemakkelijke taak gezien de enorme subsidies voor de batterijproductie in de VS en de lage elektriciteitskosten in China, zoals Schmall aantoonde. Terwijl de kosten van de batterijmodule per kilowattuur naar verwachting in de toekomst $127 zullen bedragen in de VS en China, zullen deze in Europa naar verwachting $178 tot $189 bedragen. Volkswagen investeert miljarden in het opzetten van een eigen batterijproductie inclusief celontwikkeling. De eerste celfabriek in Salzgitter, Duitsland, zal naar verwachting in 2025 in gebruik worden genomen, en de volgende fabriek zal worden gebouwd in Valencia, Spanje.

“De toekomst is elektrisch”, zegt Christoph Starzynski, hoofd e-Drive Development en Electric Vehicle Architecture bij Mercedes-Benz AG. Alle nieuwe ontwikkelingen bij Mercedes zullen vanaf 2025 puur elektrisch aangedreven worden, zo ook sportwagendochter AMG. Starzynski: “We hebben een duidelijke claim op leiderschap op het gebied van elektrificatie en digitalisering. We willen in 2039 volledig klimaatneutraal zijn.” De Volkswagen Groep ziet zichzelf ook als een technologische pionier op het gebied van elektrische mobiliteit. In de toekomst zullen ook alle Europese elektrische modellen van Ford en elektrische auto’s van Mahindra gebaseerd zijn op het eigen elektrische platform MEB van het bedrijf.

“De nog hogere prijs van de elektrische versie in vergelijking met de diesel- of benzineversies betekent voor ons dat er voorlopig geen batterij-elektrisch model zal zijn”, zegt Seat Technology Director Werner Tietz. Seat-klanten zouden de hogere prijs voor elektrische auto's niet accepteren. Bovendien “kunnen we niet voor twee merken tegelijk investeren in de elektrificatie, dus ligt de focus momenteel op Cupra.” Wayne Griffiths, voorzitter van Seat en Cupra, maakte bekend dat het merk Cupra in 2030 volledig elektrisch zal zijn. Griffiths staat kritisch tegenover de nieuwe Euro7-emissienorm die de EU voorstelt. Het levert een kleine winst op voor de luchtkwaliteit, maar maakt verbrandingsmotoren zo’n 2.000 euro duurder. Kleine auto's, de best verkochte auto's in Europa, zouden door Euro7 van de markt kunnen verdwijnen. Stefan Hartung, CEO van Robert Bosch GmbH, keek ‘vol vertrouwen vooruit’. Als een van 's werelds grootste automobielleveranciers drukte Hartung zijn overtuiging in Wenen op een vergelijkbare manier uit als vertegenwoordigers van Aziatische autofabrikanten: "Het aandrijfsysteem zal zeker niet overal hetzelfde zijn. De aandrijvingen moeten overeenkomen met de wettelijke, economische en sociale randvoorwaarden van de afzonderlijke regio's - en ze moeten betaalbaar zijn." Terwijl verbrandingsmotoren vanaf 2035 praktisch verboden zullen zijn voor auto’s in de EU, zullen ze ondanks strenge klimaateisen nog lang de boventoon blijven voeren in Brazilië, zoals Hartung in een overzicht liet zien. Ze hoeven alleen maar te worden gebruikt met bio-ethanol. In Amerikaanse staten als Californië zijn vanaf 2035 alleen nog maar nieuwe, emissievrije voertuigen toegestaan, maar ook plug-in hybrides vallen daar onder. Japan zal vanaf 2035 geëlektrificeerde nieuwe auto’s nodig hebben, maar zal ook hybride aandrijvingen accepteren. China, dat wordt beschouwd als een mondiale pionier op het gebied van batterij-elektrische mobiliteit, is ook sterk afhankelijk van brandstofcel- en plug-in hybride voertuigen. De betaalbare prijs voor milieuvriendelijke aandrijvingen is vooral belangrijk in India, waar Hartung, naast een opleving in het aantal nieuwe batterij-elektrische voertuigen, een groot potentieel ziet voor verbrandingsmotoren met biobrandstoffen, gas en waterstof in de personenauto- en bedrijfswagensector.

Hyundai wil in 2030 met Kia ruim drie miljoen batterij-elektrische auto’s en 500.000 brandstofcelauto’s verkopen, zegt Sung Hwan Cho, CEO van Hyundai Mobis. Samen met Bosch werkt Hyundai ook aan een waterstofverbrandingsmotor voor personenauto's. Bij Toyota zullen hybride en plug-in hybride technologie een belangrijke rol blijven spelen bij het terugdringen van de CO2-uitstoot. Door naast lithium-ionbatterijen goedkope nikkel-metaalhydridebatterijen te blijven gebruiken, moet de aanschafprijs betaalbaar blijven. Toyota wil rond 2025 ook een solid-state batterij in een hybride auto op de markt brengen. Vanwege het hoge veiligheidsniveau en de energiedichtheid (een verdubbeling van de actieradius) wordt deze beschouwd als een ‘wonderbatterij’. Het gereedmaken voor serieproductie blijkt echter lastiger dan verwacht. Toyota werkt ook aan de volgende generatie brandstofceltechnologie. Toyota's verkoopdoelstelling voor 2030 omvat acht miljoen geëlektrificeerde voertuigen, waaronder 3,5 miljoen batterij-elektrische voertuigen. Daarnaast ontwikkelt Toyota verbrandingsmotoren voor waterstof of CO2-neutrale brandstof zoals bio-ethanol. In zijn slottoespraak zag Helmut Eichlseder, hoofd van het Instituut voor Thermodynamica en Duurzame Aandrijfsystemen aan de Technische Universiteit van Graz, “de levering van hernieuwbare energie” als cruciaal voor alle aandrijvingen. Samen met de benodigde infrastructuur is dit een ‘gigantische opgave’.