De roadsters uit Atzgersdorf

De roadsters uit Atzgersdorf

Atzgersdorf was tot 1938 een zelfstandige gemeente; tegenwoordig maakt het deel uit van het 23e district van Wenen, Liesing. Op 22 maart 1921 richtten de twee ondernemers Robert Gross en Leopold Friedmann hier de autofabriek “Grofri Werke AG” op. Het eerste model dat hier werd vervaardigd, was een luxe toerwagen met een 3-liter zescilindermotor en een vierversnellingsbak. De auto had 40 pk, bood ruimte aan zes personen en woog 1600 kg. De topsnelheid bedroeg 120 km/u en het verbruik werd aangegeven op 12 tot 14 liter per 100 km. In 1925 verwierf Grofri AG een licentie voor de bouw van kleine sportieve auto's van het Franse bedrijf Amilcar. Op basis van de CGS Grand Sport beschikte de Grofri over een 20 pk sterke viercilinder lijnmotor met 1074 cc, zijkleppen, drukoliesmering en een drieversnellingsbak. De carrosserie werd versterkt en zo aangepast aan de Oostenrijkse wegomstandigheden.

Toen de Duitse ex-kroonprins Wilhelm in 1927 de Grofri-vestiging bezocht, was hij zo onder de indruk van de roadster uit Atzgersdorf dat hij meteen een model in zilvergrijs kocht. DeAlgemene autokrantwijdde op 1 april 1927 een eigen artikel aan de sportieve tweezitter: ‘Naast de normale, solide, bijzonder robuuste en snelle tweezitter, type A.G.l, 4/20 pk, gebouwd voor Oostenrijkse wegen en Alpenpassen, die wordt geleverd met en zonder vierwielremmen, wordt er ook een twee- en vierzits sporttype, met en zonder compressor, geproduceerd. Het sporttype is technisch bijzonder interessant omdat de motor is uitgerust met een Riccardo Het ontwerp van de krachtige cilinderkop getuigt van verfijnde smaak en grote zorgvuldigheid. Opmerkelijk is dat de voorste spatborden met de voorwielen kunnen worden gedraaid. In 1925 werd de bouw van de grote zescilindermodellen ook stopgezet. In 1931 werd de fabriek van Grofri vanwege precaire financiële omstandigheden stopgezet.