Bosch blijft innovatief
Technologiegroep Bosch noteerde in het boekjaar 2023 een lichte daling ten opzichte van het jaar ervoor.

Bosch blijft innovatief
In het boekjaar 2023 bereikte Bosch bijna het niveau van het voorgaande jaar met een omzet op de Oostenrijkse markt van ongeveer 1,4 miljard. “Na een over het geheel genomen uitstekende start van 2023 kregen we in de tweede helft van 2023 te maken met marktzwakte in delen van onze bedrijfsgebieden”, zegt Helmut Weinwurm, CEO van Robert Bosch AG en vertegenwoordiger van de Bosch Groep in Oostenrijk. Het aantal medewerkers bij Bosch in Oostenrijk bedroeg in het verslagjaar 3.276, circa 5 procent meer dan het jaar ervoor. “De personeelsgroei vond wederom vooral plaats op het gebied van onderzoek en ontwikkeling”, legt de manager van Bosch uit. “Oostenrijk heeft zich verder ontwikkeld als een belangrijke engineeringlocatie binnen de Bosch Groep.” Het bedrijf viert dit jaar zijn 125-jarig jubileum in het land.
Bosch zette in 2023 belangrijke toekomstige projecten in Oostenrijk voort. Ongeveer 190 miljoen euro stroomde naar onderzoek en ontwikkeling. “Met een onderzoeksquotum van ongeveer 14 procent speelt Bosch in de absolute top van R&D in Oostenrijk”, benadrukte Weinwurm. Daarnaast deed het bedrijf in 2023 voor 22 miljoen euro investeringen in Oostenrijk. Zo werd er geïnvesteerd in de infrastructuur op de productielocatie Hallein en in de uitbreiding van de waterstofinfrastructuur op het Linz Engineering Center. “En we blijven agressief investeren in toekomstige technologieën, in technologieën die belangrijk zijn voor het leven”, legt de Bosch-manager uit. Bosch werkt ook aan verschillende waterstofprojecten in Oostenrijk voor mondiaal gebruik - van elektrolysestapels, het centrale element in de waterstofproductie, tot software- en hardwareoplossingen voor brandstofcelaandrijvingen in auto's, tot waterstofcompatibele industriële ketels en hydraulische compressoraandrijvingen voor waterstoftankstations, evenals een nieuwe generatie grote motorinjectiesystemen voor alternatieve brandstoffen. Daarnaast worden er bij Bosch in Oostenrijk nog tal van andere engineeringprojecten op het gebied van mobiliteitstechnologie geïmplementeerd - bijvoorbeeld software- en hardwareontwikkeling voor alle soorten aandrijvingen, genetwerkte mobiliteitsoplossingen, elektrische/elektronische architecturen in moderne voertuigen en zogenaamde "SoC" (Systems on Chip) voor radarsystemen in auto's.
Dat Bosch zich richt op de juiste toekomstige onderwerpen op het gebied van mobiliteit, wordt bevestigd door de resultaten van een representatief onderzoek waarvoor in maart en april van dit jaar 1.157 mensen van 18 jaar en ouder in Oostenrijk namens Robert Bosch AG online werden ondervraagd door AIT, het Oostenrijkse Instituut voor Technologie. De meerderheid van de ondervraagden ziet dat innovatieve technologieën een positieve bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid (72 procent), persoonlijk comfort (67 procent) en klimaatbescherming (59 procent). Ruim twee derde van de ondervraagden (68 procent) zou op zijn minst gedeeltelijk autonoom rijden als het beschikbaar en betaalbaar zou zijn. Autonoom rijden vooral in de file, bij het in- en uitparkeren en bij het zoeken naar een parkeerplaats. Er worden voordelen gezien door voertuigen met elkaar en met de infrastructuur te netwerken, vooral in verhoogde veiligheid door real-time communicatie, in vlotter verkeer en in grotere tijdsbesparing door bijvoorbeeld files te vermijden. Mannen staan doorgaans meer open voor autonetwerken dan vrouwen. Maar liefst 90 procent van de 18- tot 24-jarigen is duidelijk overtuigd van de voordelen van het aansluiten van voertuigen.
De omzetontwikkeling van Bosch in Oostenrijk varieerde het afgelopen jaar per sector. De divisie Mobiliteit noteerde in boekjaar 2023 een respectabele omzetstijging. De zaken met eBike Systems en met producten en diensten uit de mobiliteits-aftermarket ontwikkelden zich bijzonder goed. Injectiesystemen voor grote motoren en uitlaatgasnabehandelingssystemen van de Bosch-fabriek in Hallein kenden ondanks moeilijke omstandigheden ook in 2023 een sterke omzet. In de divisie Industriële Technologie realiseerde Bosch in 2023 een bescheiden omzetstijging in Oostenrijk. Na een zeer goede eerste helft van 2023 voelde de machinebouwindustrie de algemene neerwaartse economische trend. In de divisie Consumer Goods werden zowel de activiteiten op het gebied van elektrische gereedschappen van Power Tools als de activiteiten op het gebied van huishoudelijke apparaten van BSH getroffen door de sterke terughoudendheid van Oostenrijkse consumenten. Over het geheel genomen lag de omzet hier aanzienlijk lager dan vorig jaar. Consumenten waren ook voorzichtig vanwege de economische onzekerheid en hadden last van de inflatie. Daarbij komt nog de zwakke ontwikkeling van de bouwsector. De divisie Energie en Bouwtechnologie daarentegen wist haar omzet aanzienlijk te verhogen. Vooral op het gebied van warmtepompen en gascondensatieketels wisten de merken Bosch en Buderus marktaandeel te winnen. Er was ook nog een positieve ontwikkeling bij industriële ketels voor warm water en stoom in het vermogensbereik tot 38 MW. Veel van de ketels worden vervaardigd in de Bosch-fabriek in Bischofshofen.
De vooruitzichten van Bosch in Oostenrijk voor het lopende jaar blijven voorzichtig, zelfs gezien de huidige economische omstandigheden. “Het huidige boekjaar zal minstens zo uitdagend zijn als 2023. Economische rugwind wordt niet verwacht”, aldus Weinwurm. Het bedrijf verwacht daarom dat de wereldwijde autoproductie in 2024 zal stagneren, een aanhoudend zwakke machinebouwmarkt en een krimpende bouwsector. In het eerste kwartaal van dit jaar lag de omzet van de Bosch Groep op de Oostenrijkse markt aanzienlijk onder het niveau van vorig jaar. Gezien de vele onzekerheden heeft het bedrijf geen voorspelling gedaan voor het hele jaar. Bosch blijft in ieder geval focussen op groei in zijn kernactiviteit mobiliteit: alleen al dit jaar starten zo'n 30 serieprojecten voor elektrische voertuigen. Op het groeigebied van waterstof herhaalt Bosch zijn zakelijke verwachtingen: tegen 2030 zal de verkoop van waterstoftechnologie naar verwachting vijf miljard euro bedragen.