Begin en einde van e-mobiliteit
We zetten de jaarwijzer van de tijdmachine op "min 50", draaien aan de hendel en klimmen uit de cabine in 1972.

Begin en einde van e-mobiliteit
50 jaar geleden deed de “Kfz WERKSTÄTTE” verslag van de Autosalon van Genève, waar een speciale show plaatsvond met de titel “Our Air in Danger”. Hoogtepunt van deze tentoonstelling was het eerste model van British Leyland dat volledig emissievrij was. De elektrische stadsauto met twee zitplaatsen werd gebouwd door Crompton Leyland Electricars met behulp van standaard Austin Mini-chassisonderdelen. Hij werd aangedreven door twee elektromotoren van 3,9 pk die werden aangedreven door een 24-cels batterij van 48 volt. Dit betekende dat de E-Mini een topsnelheid van 55 km/u en een actieradius van 65 kilometer behaalde.
De carrosserie is ontworpen door ontwerper Giovanni Michelotti - en vanuit het perspectief van vandaag rijst de vraag wat er destijds door het hoofd van het designgenie ging. Hij had immers eerder al een aantal onweerstaanbaar strakke auto’s ontworpen, zoals het prototype van Renault Alpine of de Maserati 5000 GT Alemanno. Hoe het ook zij, hij heeft het emissievrije transport geen goed gedaan toen hij de mooie Mini Cooper ombouwde tot een voertuig waarvan de proporties een klap in het gezicht waren van iedere auto-estheet. Met zijn zorgeloze ontwerp wist Michelotti de elektromobiliteit vanaf het begin in de kiem te smoren. De verbrandingsmotoren van de sportieve topmodellen van Vauxhall en Monteverdi, gehuld in relatief wenselijk plaatwerk, vierden in Genève een schitterend succes bij het publiek.