ACEA vs. Stellantis: Lobbyisten doen momenteel veel dingen verkeerd
Stellantis keert de vereniging ACEA de rug toe. Deze stap is begrijpelijk gezien de prestaties ervan.

ACEA vs. Stellantis: Lobbyisten doen momenteel veel dingen verkeerd
Toegegeven, voor het grote publiek is het ongeveer net zo interessant als een omvallend wiel in China. In de auto-industrie heeft de jongste campagne van Stellantis echter voor opschudding gezorgd en veel gepraat opgeleverd. We hebben het over het feit dat het bedrijf, een van de grootste autofabrikanten ter wereld en een grote speler in Europa met merken als Fiat, Peugeot, Citroen en Opel, al snel aankondigde eind dit jaar de Europese fabrikantenvereniging te verlaten.
Stellantis is de afgelopen tijd meerdere keren allesbehalve sympathiek overgekomen. Denk maar aan de geschillen met dealers en hele dealerverenigingen. Of het feit dat contracten voor mij en voor jou werden opgezegd en dat talloze handelspartners maandenlang in de lucht bleven hangen. De laatste stap is op zijn minst gedeeltelijk begrijpelijk.
Stellantis-baas Carlos Tavares behoort tot de groep automanagers die zich altijd hebben uitgesproken tegen een exclusief engagement voor elektrische aandrijvingen en in plaats daarvan opriepen om op een ‘technologievriendelijke’ manier naar nieuwe, klimaatvriendelijke aandrijftypes te zoeken. De terugtrekking van Stellantis uit de ACEA-vereniging moet tegen deze achtergrond worden gezien. Het is geen toeval dat dit slechts een week na het besluit van het Europees Parlement komt om de verkoop van verbrandingsvoertuigen vanaf 2035 te verbieden. ACEA kon het verbod op verbrandingsmotoren niet voorkomen, dus men kan zeker twijfelen aan het vermogen van de lobbyvereniging om invloed uit te oefenen. Zo ook het nut van de lidmaatschapsgelden (volgens Handelsblatt minimaal enkele tonnen per jaar).
Sterker nog, in de dagelijkse gang van zaken presteert de vereniging vaak niet goed. De vereniging en haar vertegenwoordigers roepen regelmatig op tot uitbreiding van de laadinfrastructuur voor elektrische auto's en worden nooit moe te benadrukken dat het er in Europa slecht aan toe gaat. Overigens is dit ook een favoriet onderwerp van de Duitse fabrikantenvereniging VDA, waarvan de voorzitter maar al te graag – en vaak – klaagt over het gebrek aan snelheid bij de uitbreiding van de laadinfrastructuur.
Kortom, lobbyisten uit de sector herinneren de toch al onrustige consumenten er voortdurend aan hoe slecht de status quo is als het gaat om e-mobiliteit. Gezien het feit dat dit nu als redder wordt geprezen en gepromoot moet worden, is dit een schot in de roos! De achtergrond is begrijpelijk (ze willen politici aanmoedigen om de randvoorwaarden te verbeteren), maar uiteindelijk werkt de ophef contraproductief. Uiteindelijk bewijzen de zogenaamde stakeholders hun eigen sector een slechte dienst.