Toyota verft de Eiffeltoren groen
Een generator aangedreven door Toyota-brandstofcellen veroorzaakte opschudding in Parijs toen de Eiffeltoren groen licht liet schijnen. Dit is een sleuteltechnologie voor de Japanners.

Toyota verft de Eiffeltoren groen
Toyota zet mijlpaal van Frankrijk in de kijker: De Eiffeltoren in Parijs scheen dinsdagavond (25 mei 2021) letterlijk en figuurlijk in groen licht. De energie voor de groene verlichting werd geleverd door een waterstofgenerator die gebruik maakt van Toyota-brandstofceltechnologie. De brandstofcelmodule voor de generator genaamd GEH2 is ontwikkeld op basis van de aandrijftechnologie die wordt gebruikt in de Toyota Mirai. Na de catamaran met brandstofcelaandrijving is de generator het tweede product dat voortkomt uit de samenwerking tussen Toyota en EODev (Energy Observer Developments).
Parijs gemaakt van waterstof
Als onderdeel van het evenement ‘Paris de l’hydrogene’ (‘Parijs van Waterstof’), georganiseerd door Energy Oberserver, werd de technologie op de proef gesteld. Het leverde de energie voor de groen verlichte Eiffeltoren, die daarmee werd gezien als symbool van gecertificeerde waterstof geproduceerd uit hernieuwbare bronnen. Veel bedrijven die op waterstof gebaseerde energie- en mobiliteitsoplossingen aanbieden, presenteerden daar hun voertuigen en toepassingen. Ze toonden een duurzaam en innovatief perspectief voor de steden van morgen.
“Op waterstof gebaseerde brandstofceltechnologie is van cruciaal belang voor het bereiken van het doel van klimaatneutraliteit in 2050. We hebben deze belofte al in 2015 gemaakt toen we onze Toyota Environmental Challenge 2050 en de Mirai introduceerden als ‘s werelds eerste in massa geproduceerde brandstofcelvoertuig”, legt Matt Harrison, President en CEO van Toyota Motor Europe, uit. “Wij zijn ook van mening dat brandstofceltechnologie een cruciale rol zal spelen bij het bereiken van koolstofneutraliteit in het mondiale transport – niet alleen in de automobielsector, maar ook in bussen, vrachtwagens, treinen, maar ook in de lucht- en scheepvaart.”