NoVA 2021: Minimale impact op emissies
Het kabinet verwacht een CO2-besparingspotentieel van 140.000 ton in 2030 door wijziging van de NoVA-regelgeving. Dat klinkt als veel, maar dat is het niet. Zoals de Oostenrijkse vlootvereniging (FVA) heeft berekend, zou elk commercieel gebruikt voertuig in Oostenrijk slechts 59 kilometer minder per jaar hoeven te rijden om dezelfde emissiebesparingen te bereiken.

NoVA 2021: Minimale impact op emissies
140.000 ton CO2. De nieuwe NoVA-verordening is bedoeld om deze hoeveelheid kooldioxide-uitstoot in Oostenrijk tegen 2030 te verminderen. Henning Heise, voorzitter van de Oostenrijkse Vlootvereniging (FVA): “Dat klinkt als een grote prestatie, maar dat is het niet, zoals een eenvoudig rekenvoorbeeld van de Oostenrijkse Vlootvereniging (FVA) laat zien.”
Hiervoor moet je een aantal cijfers kennen, enige achtergrondkennis hebben uit de wagenparkpraktijk en een aantal verbanden leggen. Maar eerst dingen eerst:
Hoeveel commercieel gebruikte voertuigen zijn er momenteel geregistreerd in Oostenrijk?
Volgens de voertuiginventaris van Statistics Austria waren eind 2020 719.957 auto's en 341.234 bedrijfsvoertuigen geregistreerd bij bedrijven in Oostenrijk. Dit komt overeen met in totaal 1.061.191 commercieel gebruikte voertuigen in de klassen M1 en N1.
Hoeveel kilometer rijden deze voertuigen gemiddeld per jaar?
Heise: “Het jaarkilometrage van commercieel gebruikte voertuigen is gemiddeld ruim drie keer zo hoog als dat van particulier gebruikte auto’s en bedraagt zo’n 35.000 kilometer per jaar. In totaal rijden de 1.061.191 commercieel gebruikte voertuigen zo’n 37.141.685.000 kilometer per jaar. Of anders gezegd: samen overbruggen ze de afstand van de aarde tot de maan – dat is bijna 384.400 kilometer – Terug 97.333 keer.
Volgens de emissiecijfers van het Federaal Milieuagentschap stoten auto's en lichte bedrijfsvoertuigen (<3,5 ton totaalgewicht) 296,5 gram CO2 per gereden kilometer uit. Heise: “Laten we de berekening simpel maken en de 249 gram, oftewel de lagere CO2-waarden van de auto’s, als basis nemen voor de verdere berekening en de CO2-uitstoot per kilometer vermenigvuldigen met de jaarkilometers van alle commercieel gebruikte voertuigen, dus met de 37.141.685.000 kilometer. In totaal levert dit een CO2-uitstoot op van 9.248.280 ton per jaar. Dat zien we nu al 140.000 ton is geen probleem.”
Met hoeveel kilometer komt de geplande besparing via NoVA overeen? Als je wilt weten hoeveel kilometers elk commercieel gebruikt voertuig per jaar minder zou moeten rijden om de voorspelling te halen, hoef je de 140.000 ton alleen maar te delen door de 249 gram CO2-uitstoot en deze te verdelen over negen jaar. Laten we niet vergeten dat de besparingen gericht zijn op de periode tot 2030. Dit komt overeen met in totaal 562.248.996 kilometer – oftewel 62.472.111 kilometer per jaar. “Elk van de 1.061.191 voertuigen die momenteel commercieel worden gebruikt, zou slechts 59 kilometer minder per jaar hoeven te rijden om dezelfde CO2-besparing te realiseren als de overheid voorspelt als het NoVA-effect”, benadrukt Heise.
CO2-reductie via NoVA-Neu heeft een hoge prijs
Deze berekening laat twee dingen heel duidelijk zien. “Ten eerste: NoVA is ongeschikt als instrument om de CO2-uitstoot terug te dringen”, aldus Heise. En ten tweede: "De lichte vermindering van de CO2-uitstoot in Oostenrijk - de 140.000 ton komt overeen met een vermindering van 1,5% van de totale CO2-uitstoot van de momenteel commercieel geregistreerde voertuigen. Het minimale effect wordt daarom tegen een zeer hoge prijs gekocht. Dit wordt betaald door duizenden bedrijven in Oostenrijk, die momenteel toch al een uiterst precaire economische situatie doormaken."
De FVA-voorzitter maakt het duidelijk: "Wij zijn voorstander van het groener maken van de transportsector. Sinds de oprichting voert de Oostenrijkse Vlootvereniging campagne voor het koolstofarm maken van de professionele mobiliteit in het kader van gerichte kennisoverdracht tussen lokale bedrijven." Zo heeft de vereniging samen met het BieM (Federaal Initiatief voor Elektromobiliteit) al een tweedaagse e-mobiliteitsconferentie georganiseerd, waarbij wagenparkbeheerders ook de kans kregen om 50 elektrische voertuigen van alle klassen te testen. Daartoe werden talrijke seminars gehouden over de implementatie van elektrische auto's in het wagenpark, over het opzetten van operationele laadinfrastructuur en over best practice lezingen.
“Wij voelen dat de B2B-mobiliteit aan het veranderen is. Veel bedrijven zijn op weg naar CO2-neutraliteit of bereiden zich daar momenteel op voor. Wij bevorderen dit door kennisoverdracht omdat we wagenparkbeheerders willen ondersteunen bij de transitie naar mobiliteitsmanagers”, legt Heise uit. En daarom is de FVA van mening dat de sterkste hefboom voor CO2-reductie in de transportsector niet verborgen ligt in hogere belastingen, maar dat de maatregelen breder, praktischer en motiverend moeten worden vormgegeven.
Enerzijds pleit de wagenparkvereniging ervoor om de invoering van NoVA voor lichte bedrijfswagens met minimaal een jaar uit te stellen of om de NoVA-berekening voor lichte bedrijfswagens te corrigeren. Heise: "De markt biedt momenteel niet voor alle doeleinden een elektrisch alternatief. In de personenautosector is een overstap voor het merendeel al mogelijk, maar in de bedrijfswagensector is dat nog steeds erg moeilijk. Als politici ondernemers nu dwingen om over te stappen, riskeren ze het langetermijnsucces van e-mobiliteit in Oostenrijk vanwege slechte dagelijkse ervaringen." (Opmerking: we hebben het onderwerp gedetailleerd besproken in deel 3!)
1-2-3 ticket is “perfecte aanpak”
Daarnaast roept de FVA op tot Oostenrijkse financiering voor training en opleiding voor werknemers op het gebied van mobiliteit en reismanagement. Heise: “Als er meer dienstreizen en werkgerelateerde reizen met de trein of rail & drive zouden worden afgelegd, dan zou het jaarkilometrage van voertuigen met ruim 59 kilometer per jaar afnemen. Het 1-2-3-biljet van bondsminister Leonore Gewessler is daarvoor een perfecte aanpak. Om het maximale effect te bereiken is er meer bewustzijn nodig bij bedrijven, ook om de veiligheid, kosten en tijdvoordelen van dit soort zakenreizen beter bekend te maken. Kortom: je moet bedrijven laten zien dat ze brandstof kunnen besparen, wagenparkkosten en CO2-uitstoot, terwijl de efficiëntie en veiligheid van hun werknemers wordt verhoogd.”
Overweeg alternatieve vormen van mobiliteit
Daarnaast is het voor de voorzitter van de wagenparkvereniging duidelijk dat bedrijfsfietsen en bakfietsen ook hun voordelen hebben – ook al maken ze het niet voor alle branches en bedrijven mogelijk om zonder lichte bedrijfswagen te doen. De situatie is momenteel vergelijkbaar met bestelwagens; de markt biedt momenteel niet voor elk doel het juiste elektrische model. Heise: “Het koolstofarm maken van het transport vergt ook creativiteit en flexibiliteit van bedrijven. Elke directeur moet de moed hebben om naar mogelijke alternatieven voor conventionele voertuigen te kijken en deze in het dagelijks leven serieus te testen voordat hij categorisch wordt uitgesloten. Dit geldt zowel voor Rail & Drive, e-mobiliteit als voor job- en bakfietsen.”
Alle maatregelen die bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot zijn belangrijk. En het is bekend dat bonussen sterker zijn dan straffen. De FVA ziet dan ook grote kansen in maatregelen met een positieve connotatie en NoVA-alternatieven. Heise: “Binnenlandse bedrijven en hun mobiliteitsgedrag hebben een enorm potentieel voor CO2-besparing. Wij raden daarom alle ondernemers aan om motivatieprogramma’s voor werknemers te introduceren – en deze moeten ook door de politiek worden gepromoot.” Voor de FVA zou bijvoorbeeld een CO2-besparingsbonus denkbaar zijn, die via een duidelijk gedocumenteerde voor/na-vergelijking de CO2-mobiliteitsvoetafdruk van het bedrijf en individuele medewerkers voor een bepaalde periode weergeeft. Heise: “Dat zou enerzijds de uitstoot transparant maken en anderzijds een speelveld openen voor motiverende maatregelen. Iedereen die een bepaald percentage bespaart – of het nu bedrijf of werknemer is – wordt beloond. Iedereen die dit weigert of verhoogt, zal daarvoor moeten betalen.”
Opstarthulp in de vorm van subsidies
Maar deze berekeningen zijn complex en tijdrovend. Heise: “Ondernemers hebben daarvoor positieve perspectieven nodig. Dat vergt in het begin wat extra inspanning: je moet kennis opdoen, het onderwerp onder de aandacht brengen en medewerkers motiveren – en de bedrijven moeten investeren. Daarvoor is ondersteuning nodig bij emissieanalyses, opleiding en training, maar ook de implementatie van softwaretools die met één druk op de knop de ecologisch beste reismogelijkheid of route berekenen en automatisch de CO2-besparing registreren.”
Voor Heise en de FVA is één ding duidelijk: "De emissiecijfers en de klimaatverandering vereisen snelle en duidelijke actie. Voertuigen van alle klassen ondergaan momenteel een elektrificatie met verschillende snelheden - en daarmee een transformatie naar CO2-neutraliteit. Eén ding is duidelijk: we zullen in de toekomst voertuigen nodig blijven hebben - maar we hebben nu de kans om de operationele mobiliteit in de toekomst klimaatvriendelijk te maken. En dit moet als een gezamenlijk project door de politiek, het bedrijfsleven en de samenleving worden gecommuniceerd en geïmplementeerd."