Nieuwe procedure voor uitlaatgasmeting
Naarmate de technologie zich ontwikkelt op het gebied van uitlaatgasmeetapparatuur, is een wijziging in de procedure voor het meten van de uitlaatgasopaciteit van dieselmotoren noodzakelijk als onderdeel van de terugkerende beoordeling overeenkomstig artikel 57a KFG 1967.

Nieuwe procedure voor uitlaatgasmeting

Zowel Richtlijn 2009/40/EG als Richtlijn 2014/45/EU bepalen dat dieselmotoren tijdens terugkerende beoordelingen worden opgevoerd tot het uitschakeltoerental. Vanwege het toenemende aantal motorschades bij het uitvoeren van de uitlaatgasmeting als onderdeel van de terugkerende beoordeling volgens § 57a KFG 1967 voor dieselvoertuigen en de daaruit voortvloeiende aanzienlijke schade, werden pogingen ondernomen om de opaciteit te meten in overeenstemming met het bovengenoemde. Richtlijnen die zachter op de motor moeten worden uitgevoerd, leiden tot een wijziging van de voorgeschreven procedure.
Tests hebben aangetoond dat zelfs bij aanzienlijk lagere snelheidsbereiken hogere uitlaatgasemissies optreden dan bij de beperkte snelheid. De betreffende maximale waarden treden uiterlijk op bij het bereiken van het toerental waarbij het nominale vermogen wordt bereikt. Rekening houdend met deze kennis is een nieuwe specificatie voor de testsnelheid ontwikkeld. Andreas Westermeyer van de Federal Guild Group Metal-Electro-Sanitary-Mechatronics-Vehicle Technology bij de Oostenrijkse Kamer van Koophandel geeft informatie over de details van de nieuwe procedure.