Het redden van de tweewielerhandel

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am und aktualisiert am

De gemotoriseerde tweewielerindustrie is een van de sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de Coronacrisis: ongeveer 75 procent van de omzet wordt van 15 maart tot en met 15 juni door de tweewielerhandel uitgevoerd. Wat medio juni nog niet droog is, kan niet worden gecompenseerd.

Die motorisierte Zweiradbranche ist eine der von der Corona-Krise am stärksten betroffenen Branchen: Etwa 75 Prozent des Geschäfts tätigt der Zweiradhandel von 15. März bis 15. Juni. Was bis Mitte Juni nicht in trockenen Tüchern ist, kann nicht mehr aufgeholt werden.
De gemotoriseerde tweewielerindustrie is een van de sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de Coronacrisis: ongeveer 75 procent van de omzet wordt van 15 maart tot en met 15 juni door de tweewielerhandel uitgevoerd. Wat medio juni nog niet droog is, kan niet worden gecompenseerd.

Het redden van de tweewielerhandel

De winter heeft de tweewielerhandel een periode achter zich gelaten waarin er slechts in zeer beperkte mate verkocht kan worden. Het daaruit voortvloeiende verlies, dat tot uiting komt bij bijna alle detailhandelaren met een negatief saldo op hun bankrekeningen, zou nu moeten worden gecompenseerd en er moet voldoende geld worden verzameld om de zwakke maanden van het laagseizoen, dat volgend najaar begint, economisch te kunnen overleven. De Corona-crisis heeft dit jaar roet in het eten gegooid, legt Ferdinand Fischer, woordvoerder van de tweewielerhandel bij de WKO uit: “Alle sectoren waarvan de winkels door de situatie gesloten zijn, zullen over ongeveer drie maanden omzet verliezen, maar de tweewielerhandel zal een heel jaar verliezen. Als er geen hulp is, te weinig of te langzaam, zal een groot deel van de industrie dit keer niet overleven. Maar er is hoop.”

Hoop 1: Noodfonds

De regering heeft een noodhulpfonds ter waarde van miljarden opgezet. Op het eerste gezicht een veelbelovend plan, dat uiteraard later nader bekeken moet worden. Bovenal of de vervanging van vaste lasten door het langere inkomstenverlies voldoende zal zijn voor de tweewielerhandel. De banken steunden het plan op voorhand niet. Hoewel de staat 80 procent had gegarandeerd en de banken slechts 20 procent van het risico zouden hebben gedragen, legden ze in veel gevallen uiterst bureaucratische en complexe voorwaarden op. Fischer: ‘Nu de overheid de aansprakelijkheid heeft verhoogd naar 90 procent, hopen we dat de banken de toegang tot krediet nu veel gemakkelijker zullen maken. Zeker gezien het feit dat de staat de banken in 2009 met miljarden uit de problemen heeft geholpen. Nu kunnen ze de gunst teruggeven.’

Hoop 2: Trouwe klanten

De tweewielerhandel hoopt dat klanten dit jaar de motivatie behouden om een ​​nieuwe fiets te kopen. Of dit het geval zal zijn, hangt uiteraard sterk af van of en hoe we in april weer open kunnen. In dit verband wijst Fischer op een ander belangrijk punt: "De registratiekantoren moeten ook snel weer open gaan. We hebben de magazijnen vol met voertuigen waar we al voor hebben betaald, maar die niet door de klanten worden geaccepteerd en dus niet worden betaald. De klanten kunnen ze niet registreren en kunnen de fietsen dus niet op straat parkeren. Hetzelfde geldt voor fietsen die we de afgelopen winter hebben gestald, maar die nu hun opgeslagen kenteken niet ontvangen, we kunnen ze niet leveren en daarom blijven ze openstaande werkplaatsfacturen. Een enorm liquiditeitsprobleem."

Hoop 3: Steun van fabrikanten

Zelfs vóór Corona deed de sector het niet zo goed met een gemiddeld rendement op de omzet van een zeer lage 0,6 procent. Door de crisis verslechtert de situatie week na week dramatisch. Het zal daarom van groot belang zijn of de fabrikanten of importeurs de tweewielerindustrie in deze moeilijke tijd substantieel zullen ondersteunen: "KTM heeft aangekondigd het dividend van dit jaar op te schorten en in plaats daarvan te investeren in het versterken van het dealernetwerk. Een lichtpuntje aan de horizon. Het enige wat nu nog overblijft is dat de andere fabrikanten dit voorbeeld zullen volgen", legt Fischer uit.

Hoop sterft als laatste

“Als onverbeterlijke optimisten geloven we dat alle hoop die we hebben geformuleerd werkelijkheid zal worden, en dit optimisme wordt gevoed door de moed van wanhoop, want als zelfs maar één van deze punten niet uitkomt, zullen we met een economische puinhoop achterblijven! Maar zoals Johannes-Mario Simmel schreef: Hoop sterft als laatste”, vat Fischer samen.