De mis is nog niet gezegd!
Duitse vakbeurzen worden niet alleen overschaduwd door Corona, maar ook door propaganda tegen de auto-industrie. Hoofdredacteur Bruckberger ergert zich aan sommige zaken.

De mis is nog niet gezegd!
Het is een heel bijzondere nazomer, die van 2021. De pandemie houdt ons nog steeds scherp, maar de vakbeurzen IAA en Automechanika geven ons in ieder geval weer een stukje normaliteit terug. Het stukje is echter erg klein. Naast het coronavirus, dat de reden is dat de komende Automechanika in hybride vorm plaatsvindt, zijn er nog tal van andere verstoringen die de stemming in de branche vertroebelen.
Op de openingsdag van de IAA abseilden activisten van bruggen en gingen zwemmen in het koude zwembad voor de handelsbeurs van München. De posters zijn duidelijk: “De klimaatcrisis begint hier”, “Stop met het stimuleren van klimaatverandering”. De (Duitse) auto-industrie blijft de klimaatcrisis aanwakkeren, bekritiseerde transportexpert Benjamin Stephan van Greenpeace. Volgens de actievoerders moet het afscheid van de verbrandingsmotor sneller gebeuren.
Tegelijkertijd zijn de brandstofprijzen de laatste tijd snel gestegen, zodat de invloedrijke krant Bild de kop ‘Angst voor onze auto’s’ kopte. Auto's worden steeds duurder, en het grote publiek dat daaronder lijdt zijn de gewone mensen, de forensen die afhankelijk zijn van hun auto. En mogelijk Duitsland als vestigingsplaats, dat enigszins afhankelijk is van de auto-industrie.
Ook voor de werkplaatsen liggen er uitdagingen, die in de toekomst moeten accelereren op het gebied van alternatieve aandrijvingen en met steeds meer softwareapplicaties te maken krijgen. Deze onderwerpen domineren de komende Automechanisa in Frankfurt, waar bijvoorbeeld een webtalk zal plaatsvinden over het onderwerp “Connectiviteit, nieuwe datagebaseerde bedrijfsmodellen en het juridische raamwerk”.
Ondanks alles blijft er een stukje van de oude IAA-flair met veel wereldpremières en studies over. Dit is bijvoorbeeld waar de volgende slimme generatie voor staat, en niet in de laatste plaats de marktintroductie van de Chinese merken Wey en Ora.
Dit laat uiteraard ook zien dat de autowereld aan het veranderen is. En dat is zeker een goede zaak. Wie remt, verliest. Het is pas vervelend als alle objectiviteit verloren gaat in de discussie. Dat geldt zowel voor activisten als voor politici. De eerstgenoemde ging zwemmen, terwijl BMW het recyclingonderzoek ‘i-Vision-Circular’ presenteerde – een volledig recyclebare elektrische auto. Deze laatsten draaien op hun beurt de belastingschroeven aan (zie NoVA en MöSt in Oostenrijk) en treden op tegen de CO2-uitstoot van het autoverkeer. Waar zijn de tijden dat politici werden gefotografeerd met glimlachende fabrieksarbeiders? Nu is er een verkiezingscampagne tegen de auto. De politici zitten in hun luxe appartementen in de stad of in hun comfortabele bedrijfsauto’s met chauffeur. Ondertussen moet de gemiddelde verdiener die pendelt omdat hij zich geen appartement met een openbare aansluiting kan veroorloven en wiens baan mogelijk afhankelijk is van de auto-industrie, bloeden. Het is moeilijk om de kalmte te bewaren. Want één ding is zeker: de kwestie van de mobiliteitstransitie die in gang is gezet, is nog niet tot het einde doordacht.