Branchevereniging luidt de noodklok: laadinfrastructuur kent een dubbel probleem
Om de ambitieuze CO2-doelstellingen te verwezenlijken vertrouwen de Europese regeringen volledig op e-mobiliteit. Uiteraard is de hiervoor benodigde infrastructuur nog lang niet aanwezig. En: veel bestaande laadpalen zijn veel te traag, zo documenteert de autofabrikantenvereniging ACEA.

Branchevereniging luidt de noodklok: laadinfrastructuur kent een dubbel probleem
Zelfs degenen die geloven in een geëlektrificeerde toekomst van het Europese wegvervoer en van elektrische auto’s houden, moeten toegeven dat we nog ver verwijderd zijn van een alomvattende infrastructuur. Er is echter ook nog een ander probleem dat te wijten is aan de technische vooruitgang: terwijl nationale overheden de uitbreiding van laadpunten met financiering proberen te bevorderen, blijken nogal wat bestaande laadstations al niet meer up-to-date te zijn. En dat is nog zacht uitgedrukt: in werkelijkheid zijn snellaadstations met meer dan 22 kW vermogen bijna een zeldzaamheid.
Zwakke infrastructuur
De Vereniging van Europese Autofabrikanten heeft al aan de bel getrokken. Ze berekent dat van de ongeveer 200.000 openbare laadpalen in de EU er nog geen 25.000 geschikt zijn voor snelladen. Met andere woorden: slechts zo'n twaalf procent, oftewel één op de acht laadpalen binnen de EU, levert meer dan 22 kW en maakt daarmee volgens ACEA laden met een aanvaardbare snelheid mogelijk.
Volgens ACEA-directeur-generaal Eric-Mark Huitema is dit precies wat nodig is om de massa aan te moedigen over te stappen op elektrische auto’s. Want niet iedereen heeft de mogelijkheid om zijn auto 's nachts langzaam op te laden. “Opladen moet net zo handig en gemakkelijk worden als tanken”, eist Huitema. Maar in Europa zijn we daar nog ver van verwijderd. De branchevereniging roept op tot een politiek initiatief om de snellaadinfrastructuur uit te breiden.