Chauffeursclubs protesteren tegen verhogingen van de belasting
De verhoging van de belasting op minerale oliën (MöSt) treft automobilisten hard. De ARBÖ bekritiseert de plannen van de regering, vreest een tweeklassenmaatschappij en benadrukt dat uiteindelijk iedereen die afhankelijk is van milieuvriendelijke plug-in hybride voertuigen meer zal moeten betalen. De ÖAMTC roept op tot verlichting voor pendelaars. Ook de vereniging ‘Mijn Auto’ luidt de noodklok.

Chauffeursclubs protesteren tegen verhogingen van de belasting
Met de geplande verhoging van 50 procent in MöSt zullen binnenlandse chauffeurs met hoge extra kosten worden geconfronteerd. In de toekomst zul je voor diesel 10 euro meer moeten betalen en voor Eurosuper 95 12,5 euro meer - per 50 liter tankvulling, hoor. Als je meer dan twee keer per maand in totaal 100 liter brandstof tankt, moet je minimaal 20 euro meer budgetteren; geëxtrapoleerd per jaar levert dit een extra last op van 240 tot 300 euro.
De extra kosten die door de MöSt-verhoging worden beïnvloed, gelden voor alle 5,1 miljoen geregistreerde personenauto's, inclusief voertuigen die worden aangedreven met milieuvriendelijke plug-in hybride aandrijvingen. Naast het fundamentele onrecht dat zo’n massabelasting met zich meebrengt, ziet de ARBÖ ook een onbegrijpelijk mechanisme. Klimaatvriendelijk gedrag zal uiteindelijk worden bestraft.
“Een plaag”
“Het is eigenlijk een grap: eerst wordt de consument door middel van subsidies via het e-mobiliteitspakket een niet zo goedkoop plug-in hybride voertuig smakelijk gemaakt en vervolgens wordt de MöSt verhoogd, zodat de klanten de subsidie daadwerkelijk zelf betalen. Dit ontbeert elke logica en doet denken aan goochelarij”, bekritiseert ARBÖ-secretaris-generaal Gerald Kumnig de plannen van de turkooisgroene federale regering.
Voor de ARBÖ laten dit soort onlogische maatregelen zien dat de overheid niet geïnteresseerd is in het vergroenen van het privévervoer, maar alleen in het verhogen van de financiële lasten voor automobilisten. Het bezitten en besturen van een auto zal voor de meerderheid van de Oostenrijkers waarschijnlijk onbetaalbaar worden. “De regering kan niets anders bedenken dan de belastingschroef draaien totdat er een tweeklassenmaatschappij ontstaat. Dit is vergif voor het sociale klimaat en draagt op geen enkele manier bij aan de ecologische klimaatbescherming die zo belangrijk is”, bekritiseert Kumnig.
Andere belanghebbenden zien hetzelfde. “Als je het voorbeeld van Duitsland neemt als het gaat om de CO2-belasting, bedragen de nu geplande prijsverhogingen ongeveer 50 cent per liter brandstof. Er wordt echter geen melding gemaakt van de beloofde compensatiemaatregelen in de Klimaatbeschermingswet. Het voorstel is puur een belastende actie”, zegt Bernhard Wiesinger, hoofd van de belangengroep ÖAMTC. Hij adviseert een gedifferentieerde aanpak: “Het zou zinvol zijn – in tegenstelling tot nu – om het bedrijf zwaarder te belasten in plaats van het bezit van voertuigen. Een herverdeling door middel van een gieter zou oneerlijk zijn. Daarom eisen we, als de MÖst wordt verhoogd of de introductie van een extra CO2-belasting op brandstof, een verlichting van hetzelfde bedrag voor de motorrijtuigenbelasting en een compensatie voor woon-werkverkeer.”
Voor de ÖAMTC lijdt het geen twijfel dat transport zijn bijdrage moet en zal leveren aan de bescherming van het klimaat. De mobiliteitsclub vindt het echter volkomen onbegrijpelijk dat als het om klimaatbescherming in het transport gaat, alleen over nieuwe belastingen wordt gesproken. Alternatieven, vooral duurzame brandstoffen, worden bewust genegeerd.
“Noch ecologisch, noch sociaal”
Ook Burkhard Ernst, de voorzitter van de vereniging ‘My Car – Initiative to Promote Individual Mobility’, heeft weinig waardering voor de door bondsminister Leonore Gewessler aangekondigde eco-sociale belastinghervorming: ‘Deze belastinghervorming is noch ecologisch, noch sociaal omdat ze wordt uitgevoerd over de ruggen van degenen die afhankelijk zijn van hun auto: pendelaars uit plattelandsgebieden, gezinnen, ouderen of eigenaren van kleine bedrijven die geen alternatief hebben voor een auto. Bovendien zouden deze plannen leiden tot de eliminatie van het brandstoftoerisme en daarmee tot verliezen van ongeveer een miljard euro. oliebelastinginkomsten in de staatskas”, zegt Ernst.
In plaats van automatische belastingverhogingen zou er dringend behoefte zijn aan positieve prikkels om de lasten voor consumenten, het milieu en de economie te verlichten. Ernst: ‘Altijd nieuwe belastingen, dat kan iedereen. Waar zijn de positieve ideeën die klimaatvriendelijk gedrag belonen? Verbrandingsmotoren kunnen bijvoorbeeld ook op synthetische brandstoffen of waterstof rijden en zouden dus ook CO2 zijn.2-neutrale. In de huidige voorstellen wordt hiermee nauwelijks rekening gehouden. Bovenal zou een ecobonus zorgen voor een concrete, direct meetbare CO2-verbetering2-Emissiewaarden betekenen.”
Als consumenten besluiten een nieuwe auto te kopen en tegelijkertijd hun oude auto (emissieklasse EURO 0 – 2) te laten slopen, moeten ze een bonus van 1.500 euro ontvangen. Ernst pleit voor een bonus van 3.000 euro voor elektrische voertuigen en voertuigen met milieuvriendelijke aandrijfmotoren. "De economie, de consumenten en het milieu profiteren van een ecopremie. Dit is een snelle overwinning voor iedereen, die de federale overheid snel mogelijk moet maken", eist Ernst.
Hij benadrukt ook het belang van de binnenlandse voertuigindustrie: deze biedt werk aan ongeveer 355.000 mensen, inclusief leveranciers en de upstream en downstream economische sectoren, en ongeveer 25.000 werknemers zijn direct betrokken bij de productie van motor- of transmissieonderdelen. Volgens Ernst genereren ze een productiewaarde van ruim 15 miljard euro per jaar.